Duits
Uitgebreide vertaling voor Hausschwein (Duits) in het Nederlands
Hausschwein: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Hau: klap; harde slag
- Schwein: varken; zwijn; vuilbek; wild varken; geluk; bof; geluk hebbend; big; jong varken; varkens
- Haus: huis; perceel; bouwwerk; gebouw; pand; honk; gebied; terrein; kavel; bouwterrein; blok; vastgoed; onroerende zaken; onroerende goederen; speelgoedblok; complex
Spelling Suggesties voor: Hausschwein
Hausschwein:
Synoniemen voor "Hausschwein":
Wiktionary: Hausschwein
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Hausschwein | → varken | ↔ hog — animal of the family Suidae |
• Hausschwein | → zwijn; varken | ↔ pig — mammal of genus Sus |
Computer vertaling door derden: