Duits
Uitgebreide vertaling voor Abreise (Duits) in het Nederlands
Abreise:
-
die Abreise (Abfahrt)
Vertaal Matrix voor Abreise:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afreis | Abfahrt; Abreise | |
vertrek | Abfahrt; Abreise | Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Zimmer |
Synoniemen voor "Abreise":
Wiktionary: Abreise
Computer vertaling door derden: