Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- verhören:
-
Wiktionary:
- verhören → ondervragen
- verhören → ondervragen, verhoren, interrogeren, overhoren, uithoren, uitvragen
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
Duits
Uitgebreide vertaling voor verhören (Duits) in het Nederlands
verhören:
-
verhören (befragen; abhören; ausfragen; ausforschen)
Conjugations for verhören:
Präsens
- verhöre
- verhörst
- verhört
- verhören
- verhört
- verhören
Imperfekt
- verhörte
- verhörtest
- verhörte
- verhörten
- verhörtet
- verhörten
Perfekt
- bin verhört
- bist verhört
- ist verhört
- sind verhört
- seid verhört
- sind verhört
1. Konjunktiv [1]
- verhöre
- verhörest
- verhöre
- verhören
- verhöret
- verhören
2. Konjunktiv
- verhörete
- verhöretest
- verhörete
- verhöreten
- verhöretet
- verhöreten
Futur 1
- werde verhören
- wirst verhören
- wird verhören
- werden verhören
- werdet verhören
- werden verhören
1. Konjunktiv [2]
- würde verhören
- würdest verhören
- würde verhören
- würden verhören
- würdet verhören
- würden verhören
Diverses
- verhör!
- verhört!
- verhören Sie!
- verhört
- verhörend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verhören:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ondervragen | abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören | |
overhoren | abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören | abhören; examinieren; kontrollieren; nachprüfen; nachsehen; prüfen; testen; überprüfen |
uithoren | abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören | ausschöpfen |
uitvragen | abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören | ausforschen; weiter fragen |
verhoren | abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören |
Synoniemen voor "verhören":
Wiktionary: verhören
verhören
Cross Translation:
verb
-
iemand aan een intensieve reeks vragen onderwerpen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhören | → ondervragen; verhoren; interrogeren | ↔ interrogate — to question or quiz |
• verhören | → overhoren; uithoren; uitvragen | ↔ interroger — questionner quelqu’un sur une chose ou des choses précises qu’il doit connaître ou qu’il est présumer connaître et à propos desquelles il est obliger de répondre. |
• verhören | → verhoren; ondervragen; interrogeren | ↔ questionner — interroger quelqu’un, lui poser des questions |
Computer vertaling door derden:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verhören (Nederlands) in het Duits
verhoren:
-
verhoren (ondervragen; uitvragen; overhoren; uithoren)
Conjugations for verhoren:
o.t.t.
- verhoor
- verhoort
- verhoort
- verhoren
- verhoren
- verhoren
o.v.t.
- verhoorde
- verhoorde
- verhoorde
- verhoorden
- verhoorden
- verhoorden
v.t.t.
- heb verhoord
- hebt verhoord
- heeft verhoord
- hebben verhoord
- hebben verhoord
- hebben verhoord
v.v.t.
- had verhoord
- had verhoord
- had verhoord
- hadden verhoord
- hadden verhoord
- hadden verhoord
o.t.t.t.
- zal verhoren
- zult verhoren
- zal verhoren
- zullen verhoren
- zullen verhoren
- zullen verhoren
o.v.t.t.
- zou verhoren
- zou verhoren
- zou verhoren
- zouden verhoren
- zouden verhoren
- zouden verhoren
diversen
- verhoor!
- verhoort!
- verhoord
- verhorend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verhoren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abhören | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren | afluisteren; examineren; luistervinken; overhoren; testen; toetsen |
ausforschen | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren | doorvorsen; doorvragen; doorzagen; naspeuren; nasporen; onderzoeken; speuren; uitvorsen; uitvragen; vorsen |
ausfragen | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren | |
befragen | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren | een interview houden; interviewen; onderzoeken; speuren; vorsen |
verhören | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren |
Wiktionary: verhoren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhoren | → verhören | ↔ interrogate — to question or quiz |
• verhoren | → befragen; verhören; vernehmen | ↔ questionner — interroger quelqu’un, lui poser des questions |
Computer vertaling door derden: