Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- trotzen:
-
Wiktionary:
- trotzen → trotseren, verachten
- trotzen → tarten, uitdagen, trotseren, uitdagend optreden tegen, dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, aandringen, accelereren, bespoedigen, verhaasten, versnellen
Duits
Uitgebreide vertaling voor trotzen (Duits) in het Nederlands
trotzen:
-
trotzen (die Stirn bieten; sichbehaupten)
-
trotzen (schmollen; maulen)
-
trotzen
koppig zijn-
koppig zijn werkwoord (ben koppig, bent koppig, is koppig, was koppig, waren koppig, koppig geweest)
-
-
trotzen (grübeln; sichgrämen; schmollen; maulen; greinen; sichsorgen)
Conjugations for trotzen:
Präsens
- trotze
- trotzt
- trotzt
- trotzen
- trotzt
- trotzen
Imperfekt
- trotzte
- trotztest
- trotzte
- trotzten
- trotztet
- trotzten
Perfekt
- habe getrotzt
- hast getrotzt
- hat getrotzt
- haben getrotzt
- habt getrotzt
- haben getrotzt
1. Konjunktiv [1]
- trotze
- trotzest
- trotze
- trotzen
- trotzet
- trotzen
2. Konjunktiv
- trotzete
- trotzetest
- trotzete
- trotzeten
- trotzetet
- trotzeten
Futur 1
- werde trotzen
- wirst trotzen
- wird trotzen
- werden trotzen
- werdet trotzen
- werden trotzen
1. Konjunktiv [2]
- würde trotzen
- würdest trotzen
- würde trotzen
- würden trotzen
- würdet trotzen
- würden trotzen
Diverses
- trotz!
- trotzt!
- trotzen Sie!
- getrotzt
- trotzend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor trotzen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| bouderen | greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen | |
| een pruillip trekken | greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen | |
| hoofd bieden | die Stirn bieten; sichbehaupten; trotzen | |
| kniezen | maulen; schmollen; trotzen | |
| koppig zijn | trotzen | |
| mokken | maulen; schmollen; trotzen | |
| pruilen | greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen | |
| trotseren | die Stirn bieten; sichbehaupten; trotzen |
Synoniemen voor "trotzen":
Wiktionary: trotzen
trotzen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • trotzen | → tarten; uitdagen | ↔ dare — to defy or challenge |
| • trotzen | → tarten; trotseren; uitdagend optreden tegen | ↔ braver — défier sans crainte et avec mépris ; s’opposer à. |
| • trotzen | → dringen; haasten; jachten; tot haast aanzetten; urgent zijn; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; aandringen; accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |
Computer vertaling door derden: