Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor bezeichnend (Duits) in het Nederlands

bezeichnend:

bezeichnend bijvoeglijk naamwoord

  1. bezeichnend (charakteristisch; typisch; charakterisierend; )
    karakteristiek; kenmerkend; typisch; typerend; tekenend
  2. bezeichnend (beschreibend; typisch; kennzeichnend; charakterisierend)
    beschrijvend
  3. bezeichnend (kennzeichnend; typisch)
    definiërend; omschrijvend
  4. bezeichnend (kennzeichnend; typisch)
    karakteriserend

Vertaal Matrix voor bezeichnend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karakteristiek Besonderheit; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Eigenart; Eigenschaft; Einschläge; Kennzeichnung; Spur
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschrijvend beschreibend; bezeichnend; charakterisierend; kennzeichnend; typisch
karakteristiek bezeichnend; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; kennzeichnend; spezifisch; treffend; typisch
kenmerkend bezeichnend; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; kennzeichnend; spezifisch; treffend; typisch
typerend bezeichnend; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; kennzeichnend; spezifisch; treffend; typisch kennzeichnend; treffend; typisch
typisch bezeichnend; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; kennzeichnend; spezifisch; treffend; typisch absonderlich; außergewöhnlich; außerordentlich; bekloppt; bescheuert; besonder; besonders; bizarr; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; eigen; eigenartig; eigentümlich; extravagant; extrem; exzentrisch; fremd; fremdartig; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; kurios; merkwürdig; meschugge; närrisch; seltsam; sonderbar; ungewöhnlich; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; wunderlich; übergeschnappt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
definiërend bezeichnend; kennzeichnend; typisch
karakteriserend bezeichnend; kennzeichnend; typisch
omschrijvend bezeichnend; kennzeichnend; typisch
tekenend bezeichnend; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; kennzeichnend; spezifisch; treffend; typisch kennzeichnend; treffend; typisch

Synoniemen voor "bezeichnend":


Wiktionary: bezeichnend

bezeichnend
verb
  1. deu: charakteristisch, typisch, bezeichnend, kennzeichnend

Cross Translation:
FromToVia
bezeichnend kenmerkend; karakteristiek; idiosyncratisch characteristic — being a distinguishing feature of a person or thing

bezeichnen:

bezeichnen werkwoord (bezeichne, bezeichnest, bezeichnet, bezeichnete, bezeichnetet, bezeichnet)

  1. bezeichnen (charakterisieren; kennzeichnen)
    karakteriseren; kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen
    • karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
    • kenmerken werkwoord (kenmerk, kenmerkt, kenmerkte, kenmerkten, gekenmerkt)
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • typeren werkwoord (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)
    • kenschetsen werkwoord (kenschets, kenschetst, kenschetste, kenschetsten, gekenschetst)
  2. bezeichnen (kennzeichnen; markieren; charakterisieren; beschreiben)
    karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren
    • karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
    • kenmerken werkwoord (kenmerk, kenmerkt, kenmerkte, kenmerkten, gekenmerkt)
    • kenschetsen werkwoord (kenschets, kenschetst, kenschetste, kenschetsten, gekenschetst)
    • typeren werkwoord (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)

Conjugations for bezeichnen:

Präsens
  1. bezeichne
  2. bezeichnest
  3. bezeichnet
  4. bezeichnen
  5. bezeichnet
  6. bezeichnen
Imperfekt
  1. bezeichnete
  2. bezeichnetest
  3. bezeichnete
  4. bezeichneten
  5. bezeichnetet
  6. bezeichneten
Perfekt
  1. habe bezeichnet
  2. hast bezeichnet
  3. hat bezeichnet
  4. haben bezeichnet
  5. habt bezeichnet
  6. haben bezeichnet
1. Konjunktiv [1]
  1. bezeichne
  2. bezeichnest
  3. bezeichne
  4. bezeichnen
  5. bezeichnet
  6. bezeichnen
2. Konjunktiv
  1. bezeichnete
  2. bezeichnetest
  3. bezeichnete
  4. bezeichneten
  5. bezeichnetet
  6. bezeichneten
Futur 1
  1. werde bezeichnen
  2. wirst bezeichnen
  3. wird bezeichnen
  4. werden bezeichnen
  5. werdet bezeichnen
  6. werden bezeichnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde bezeichnen
  2. würdest bezeichnen
  3. würde bezeichnen
  4. würden bezeichnen
  5. würdet bezeichnen
  6. würden bezeichnen
Diverses
  1. bezeichn!
  2. bezeichnet!
  3. bezeichnen Sie!
  4. bezeichnet
  5. bezeichnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor bezeichnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karakteriseren beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren
kenmerken beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren
kenschetsen beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren
tekenen bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen abbilden; abzeichnen; darstellen; malen; paraphieren; portrettieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen
typeren beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren

Synoniemen voor "bezeichnen":


Wiktionary: bezeichnen

bezeichnen
verb
  1. aanwijzen

Cross Translation:
FromToVia
bezeichnen noemen name — to give a name to
bezeichnen beduiden; betekenen; staan voor signifierindiquer, marquer quelque chose, avoir comme sens.