Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Rundfunk

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Rundfunk

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Rundfunk:
- radio-en televisieomroep; omroep
Wiktionary:
- Rundfunk → uitzenden, transmissie, uitzending

Duits

Uitgebreide vertaling voor Rundfunk (Duits) in het Nederlands

Rundfunk:

Rundfunk [der ~] zelfstandig naamwoord

der Rundfunk (Radio- und Fernsehsender; Hörfunk; Radioprogramm; Rundfunkprogramm)
radio-en televisieomroep; de omroep
- radio-en televisieomroep [znw.] zelfstandig naamwoord
- omroep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rundfunk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
omroep	Hörfunk; Radio- und Fernsehsender; Radioprogramm; Rundfunk; Rundfunkprogramm
radio-en televisieomroep	Hörfunk; Radio- und Fernsehsender; Radioprogramm; Rundfunk; Rundfunkprogramm

Synoniemen voor "Rundfunk":

Funk; Hörfunk; Radio; Äther

Wiktionary: Rundfunk

Cross Translation:

From	To	Via
• Rundfunk	→ uitzenden; transmissie; uitzending	↔ broadcast — a radio or TV transmission on air

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Rundfunk (Nederlands) in het Duits

Rundfunk: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

rund: Kuh; Rind; Rindvieh; Trottel; Schussel; Dummkopf; Dussel; Schwachkopf; Stümper; Schafskopf; Gimpel; Hohlkopf; Einfaltspinsel; Quatschkopf; Strohkopf; Ochse
funk: Funk
Funk: Funk