Duits

Uitgebreide vertaling voor Melancholie (Duits) in het Nederlands

Melancholie:

Melancholie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Melancholie (Traurigkeit; Schwermut; Trübsinn)
    de melancholie; de droefgeestigheid

Vertaal Matrix voor Melancholie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droefgeestigheid Melancholie; Schwermut; Traurigkeit; Trübsinn
melancholie Melancholie; Schwermut; Traurigkeit; Trübsinn

Synoniemen voor "Melancholie":


Wiktionary: Melancholie

Melancholie
noun
  1. Zustand der Schwermut oder Depression, psychische Niedergeschlagenheit, große Traurigkeit; Begriff aus der Viersäftelehre (Humoralpathologie)

Cross Translation:
FromToVia
Melancholie melancholie; weemoed melancholy — Sadness or depression
Melancholie loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
Melancholie droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed mélancolie — (term, Histoire de la médecine) désuet|fr bile noire et disposition triste que l’ancienne médecine attribuer à un excès de bile noire.

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Melancholie (Nederlands) in het Duits

melancholie:

melancholie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de melancholie (droefgeestigheid)
    die Melancholie; die Traurigkeit; der Schwermut; der Trübsinn

Vertaal Matrix voor melancholie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Melancholie droefgeestigheid; melancholie
Schwermut droefgeestigheid; melancholie gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; radeloosheid; somberheid; treurnis; triestheid; vertwijfeling; wanhoop; zwaarmoedigheid
Traurigkeit droefgeestigheid; melancholie bedroefdheid; depressie; droefheid; drukminimum; gedeprimeerdheid; lagedrukgebied; neerslachtigheid; somberheid; treurigheid; zwaarmoedigheid
Trübsinn droefgeestigheid; melancholie depressie; somberheid; treurnis; triestheid; ziekelijke neerslachtigheid

Wiktionary: melancholie

melancholie
noun
  1. Zustand der Schwermut oder Depression, psychische Niedergeschlagenheit, große Traurigkeit; Begriff aus der Viersäftelehre (Humoralpathologie)

Cross Translation:
FromToVia
melancholie Melancholie; Schwermut melancholy — Sadness or depression
melancholie Faible; Flauheit; Melancholie; Schwermut; Tiefsinn; Trübsinn; Wehmut; Strapaze; Abnahme; Apathie; Teilnahmslosigkeit; Leidenschaftslosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
melancholie Melancholie; Schwermut; Tiefsinn; Trübsinn; Wehmut mélancolie — (term, Histoire de la médecine) désuet|fr bile noire et disposition triste que l’ancienne médecine attribuer à un excès de bile noire.

Computer vertaling door derden: