Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Frieden:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Frieden (Duits) in het Nederlands

Frieden:

Frieden [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Frieden (Friedlichkeit; Ruhe; Stille)
    de vredigheid; de kalmte; de rust
    • vredigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kalmte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rust [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Frieden (Stille; Ruhe; Kalme)
    de stilte; de stilheid; de kalmte
    • stilte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • stilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kalmte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Frieden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalmte Frieden; Friedlichkeit; Kalme; Ruhe; Stille Gelassenheit; Gleichmut; Unerschütterlichkeit
rust Frieden; Friedlichkeit; Ruhe; Stille Erholungspause; Gelassenheit; Gemütsruhe; Pause; Ruhepause; Unerschütterlichkeit
stilheid Frieden; Kalme; Ruhe; Stille
stilte Frieden; Kalme; Ruhe; Stille
vredigheid Frieden; Friedlichkeit; Ruhe; Stille

Synoniemen voor "Frieden":


Wiktionary: Frieden

Frieden
noun
  1. Ruhe, beruhigende Stille
  2. vertraglich gesichertes Miteinander verschiedener Staaten, das durch Abwesenheit von Gewalt (und speziell von Krieg) gekennzeichnet ist
Frieden
noun
  1. het ontbreken van oorlog

Cross Translation:
FromToVia
Frieden rust peace — tranquility, quiet, harmony
Frieden rust; vrede met zichzelf peace — state of mind
Frieden vrede; peis peace — state of being free from war
Frieden vrede; vredesverdrag peace treaty — an agreement to end fighting or conflict
Frieden vrede; vree paixcalme, repos, silence, éloignement du bruit ou des affaires.

Verwante vertalingen van Frieden