Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: kreisend

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: kreisend

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

kreisend:
- kringsgewijze
kreisen:
- cirkelen; rouleren; circuleren
Wiktionary:
- kreisend → wervelend, dwarrelend als een draaikolk
- kreisen → cirkelen, omgaan, rondgaan, circuleren, in omloop zijn, rouleren

Duits

Uitgebreide vertaling voor kreisend (Duits) in het Nederlands

kreisend:

kreisend bijvoeglijk naamwoord

kreisend
kringsgewijze
- kringsgewijze bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor kreisend:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kringsgewijze	kreisend

Synoniemen voor "kreisend":

drehend; rotatorisch; rotierend; trudelnd

Wiktionary: kreisend

Cross Translation:

From	To	Via
• kreisend	→ wervelend; dwarrelend als een draaikolk	↔ vortical — pertaining to a vortex

kreisend vorm van kreisen:

kreisen werkwoord (kreise, kreisst, kreist, kreiste, kreistet, gekreist)

kreisen
cirkelen
- cirkelen werkwoord (cirkel, cirkelt, cirkelde, cirkelden, gecirkeld)
kreisen (inUmlaufsein; zirkulieren; umlaufen)
rouleren; circuleren
- rouleren werkwoord (rouleer, rouleert, rouleerde, rouleerden, gerouleerd)
- circuleren werkwoord (circuleer, circuleert, circuleerde, circuleerden, gecirculeerd)

Conjugations for kreisen:

Präsens

kreise
kreisst
kreist
kreisen
kreist
kreisen

Imperfekt

kreiste
kreistest
kreiste
kreisten
kreistet
kreisten

Perfekt

habe gekreist
hast gekreist
hat gekreist
haben gekreist
habt gekreist
haben gekreist

1. Konjunktiv [1]

kreise
kreisest
kreise
kreisen
kreiset
kreisen

2. Konjunktiv

kreiste
kreistest
kreiste
kreisten
kreistet
kreisten

Futur 1

werde kreisen
wirst kreisen
wird kreisen
werden kreisen
werdet kreisen
werden kreisen

1. Konjunktiv [2]

würde kreisen
würdest kreisen
würde kreisen
würden kreisen
würdet kreisen
würden kreisen

Diverses

kreis!
kreist!
kreisen Sie!
gekreist
kreisend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor kreisen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rouleren		Kreislauf; Kreisläufe; Rundlauf; Umlauf; Zirkulation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
circuleren	inUmlaufsein; kreisen; umlaufen; zirkulieren	im Umlauf sein; zirkulieren
cirkelen	kreisen
rouleren	inUmlaufsein; kreisen; umlaufen; zirkulieren

Synoniemen voor "kreisen":

umwälzen
drehen; rotieren; trudeln

Wiktionary: kreisen

Cross Translation:

From	To	Via
• kreisen	→ cirkelen	↔ circle — travel in circles
• kreisen	→ omgaan; rondgaan; circuleren; in omloop zijn; rouleren	↔ circuler — Se mouvoir circulairement.