Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- hervorstehend:
- hervorstehen:
-
Wiktionary:
- hervorstehend → overhellend
Duits
Uitgebreide vertaling voor hervorstehend (Duits) in het Nederlands
hervorstehend:
-
hervorstehend (herausstechend; auffallend; ausstechend; hinausragend; emporragend; vorragend; überragend)
eruitspringend; opvallend; uitsteken-
eruitspringend bijvoeglijk naamwoord
-
opvallend bijvoeglijk naamwoord
-
uitsteken bijvoeglijk naamwoord
-
-
hervorstehend (vorspringend; vorstehend)
uitspringend; vooruitstekend; naar voren staand; vooruitspringend-
uitspringend bijvoeglijk naamwoord
-
vooruitstekend bijvoeglijk naamwoord
-
naar voren staand bijvoeglijk naamwoord
-
vooruitspringend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hervorstehend:
Synoniemen voor "hervorstehend":
Wiktionary: hervorstehend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hervorstehend | → overhellend | ↔ outstanding — projecting outwards |
hervorstehen:
-
hervorstehen (hervorquellen; herausquellen; ausbeulen)
Conjugations for hervorstehen:
Präsens
- stehe hervor
- stehst hervor
- stehe hervor
- stehen hervor
- steht hervor
- stehen hervor
Imperfekt
- stand hervor
- standst hervor
- stand hervor
- standen hervor
- standet hervor
- standen hervor
Perfekt
- habe hervorgestanden
- hast hervorgestanden
- hat hervorgestanden
- haben hervorgestanden
- habt hervorgestanden
- haben hervorgestanden
1. Konjunktiv [1]
- hervorstehe
- hervorstehest
- hervorstehe
- hervorstehen
- hervorstehet
- hervorstehen
2. Konjunktiv
- hervorstände
- hervorständest
- hervorstände
- hervorständen
- hervorständet
- hervorständen
Futur 1
- werde hervorstehen
- wirst hervorstehen
- wird hervorstehen
- werden hervorstehen
- werdet hervorstehen
- werden hervorstehen
1. Konjunktiv [2]
- würde hervorstehen
- würdest hervorstehen
- würde hervorstehen
- würden hervorstehen
- würdet hervorstehen
- würden hervorstehen
Diverses
- stehe hervor!
- steht hervor!
- stehen Sie hervor!
- hervorgestanden
- hervorstehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor hervorstehen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
puilen | ausbeulen; herausquellen; hervorquellen; hervorstehen | |
uitpuilen | ausbeulen; herausquellen; hervorquellen; hervorstehen |