Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Zange

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Zange

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Zange:
- tang; klem; tang om iets te buigen; buigtang
Wiktionary:
- Zange → tang
- Zange → pincet, tang

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zange (Duits) in het Nederlands

Zange:

Zange [die ~] zelfstandig naamwoord

die Zange (Klemme)
de tang; de klem
- tang [de ~] zelfstandig naamwoord
- klem [de ~] zelfstandig naamwoord
die Zange (Biegezange; Rohrzange)
tang om iets te buigen; de buigtang
- tang om iets te buigen [znw.] zelfstandig naamwoord
- buigtang [de ~] zelfstandig naamwoord
die Zange
de tang
- tang [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zange:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
buigtang	Biegezange; Rohrzange; Zange
klem	Klemme; Zange	Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Klammer; Klammerhaken; Klemme; Klemmhefter; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen
tang	Klemme; Zange
tang om iets te buigen	Biegezange; Rohrzange; Zange
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klem		festsitzend; verklemmt

Synoniemen voor "Zange":

Gerätschaft; Instrument; Werkzeug

Wiktionary: Zange

Zange

noun

ein Werkzeug aus zwei ineinandergreifenden Backen, welche nach unten hin für die händische Bedienung als Schenkel verlängert sind
- Zange → tang

Cross Translation:

From	To	Via
• Zange	→ pincet	↔ forceps — instrument used in surgery
• Zange	→ tang	↔ pincers — gripping tool
• Zange	→ tang	↔ pliers — gripping tool which multiplies the strength of the user's hand
• Zange	→ tang	↔ tongs — an instrument
• Zange	→ tang	↔ pince — Outil ou instrument comportant deux mâchoires au bout de branches croisées ou liées à l’autre extrémité.