Klausel: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Klausel:
- clausule; beding; artikel; conditie; criterium; voorwaarde; kriterium; beperking; bepaling; eis; zinsnede
Wiktionary:
- Klausel → clausule
- Klausel → clausule, bepaling, conditie, voorwaarde, toestand, omstandigheden

Duits

Uitgebreide vertaling voor Klausel (Duits) in het Nederlands

Klausel:

Klausel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Klausel (Bedingung)
de clausule; het beding; het artikel
- clausule [de ~] zelfstandig naamwoord
- beding [het ~] zelfstandig naamwoord
- artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
die Klausel (Voraussetzung; Kriterium; Bedingung; Kondition; Forderung; Vorbehalt; Maßstab)
de conditie; het criterium; de voorwaarde; kriterium; de beperking; de bepaling; het beding; de eis
- conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- criterium [het ~] zelfstandig naamwoord
- voorwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kriterium [znw.] zelfstandig naamwoord
- beperking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bepaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beding [het ~] zelfstandig naamwoord
- eis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Klausel (Passus; Satz)
de zinsnede
- zinsnede [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klausel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artikel	Bedingung; Klausel	Artikel; Artikel eines Gesetzes; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Publikation; Sache; Sachen; Veröffentlichung; Ware; Zeug
beding	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt	Bedingung; Erfordernis; Forderung; Voraussetzung
bepaling	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt	Adverbiale; Anordnung; Attribut; Bestimmung; Festsetzen; Fügung; Phrase; Verordnung; mit Masten versehen
beperking	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt	Begrenzung; Beschränkung; Einschränkung; Limit; Restriktion; Vorbehalt; begrenzte Eigenschaft; begrenzte Eigenschaft von Ressourcen
clausule	Bedingung; Klausel	Vertragsklausel
conditie	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt	Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Form; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Verfassung; Voraussetzung; Zustand
criterium	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt
eis	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt	Anfrage; Antrag; Bedingung; Begehren; Bitte; Forderung; Gesuch; Klage; Voraussetzung
kriterium	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt
voorwaarde	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt	Bedingung; Erfordernis; Forderung; Prämisse; Voraussetzung; Vorbehalt
zinsnede	Klausel; Passus; Satz

Synoniemen voor "Klausel":

Bestimmung; Regelung

Wiktionary: Klausel

Klausel

noun

Mathematik: Boolesche Funktion, die ausschließlich durch die disjunktive Verknüpfung von Literalen gebildet wird
- Klausel → clausule

Klausel

noun

een extra bepaling in een ambtelijke brief.
- clausule → Klausel

Cross Translation:

From	To	Via
• Klausel	→ clausule	↔ clause — separate part of a contract
• Klausel	→ clausule	↔ clause — disposition particulière faisant partie d’un traité, d’un contrat, d’un arrêté, d’une loi ou de tout autre acte public ou particulier, etc.
• Klausel	→ bepaling; conditie; voorwaarde; toestand; omstandigheden	↔ condition — nature, état ou qualité d’une chose ou d’une personne.

Remove Ads

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Klausel

Uitgebreide vertaling voor Klausel (Duits) in het Nederlands

Klausel:

Klausel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Klausel (Bedingung)

die Klausel (Voraussetzung; Kriterium; Bedingung; Kondition; Forderung; Vorbehalt; Maßstab)

die Klausel (Passus; Satz)

Vertaal Matrix voor Klausel:

Synoniemen voor "Klausel":

Wiktionary: Klausel