Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausschanktisch (Duits) in het Nederlands
Ausschanktisch: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; eruit
- Schanktisch: bar; buffet; tap; toog; tapkast; spon; drankbuffet
- Ausschank: bar; buffet; tap; toog; tapkast; spon; drankbuffet; café; kroeg; taveerne; tapperij; uitspanning; knijp; coffeeshop
- Tisch: tafel; eettafel