Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- wegjagen:
- Wegjagen:
-
Wiktionary:
- wegjagen → aanhouden, afdanken, afmonsteren, doorsturen, doorzenden, heruitzenden, ontslaan, ontzetten, refereren, reflecteren, retourneren, royeren, spiegelen, terugbezorgen, teruggooien, terugkaatsen, terugsturen, terugwerpen, terugwijzen, uitdrijven, uitstellen, verdagen, verdrijven, verjagen, verschuiven, verwijzen, weerkaatsen, weerspiegelen, wegdrijven, wegjagen
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- wegjagen:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor wegjagen (Duits) in het Nederlands
wegjagen:
-
wegjagen (vertreiben; verjagen; abtreiben; fortjagen; forttreiben)
Conjugations for wegjagen:
Präsens
- jage weg
- jagst weg
- jagt weg
- jagen weg
- jagt weg
- jagen weg
Imperfekt
- jagte weg
- jagtest weg
- jagte weg
- jagten weg
- jagtet weg
- jagten weg
Perfekt
- habe weggejagt
- hast weggejagt
- hat weggejagt
- haben weggejagt
- habt weggejagt
- haben weggejagt
1. Konjunktiv [1]
- jage weg
- jagest weg
- jage weg
- jagen weg
- jaget weg
- jagen weg
2. Konjunktiv
- jagte weg
- jagtest weg
- jagte weg
- jagten weg
- jagtet weg
- jagten weg
Futur 1
- werde wegjagen
- wirst wegjagen
- wird wegjagen
- werden wegjagen
- werdet wegjagen
- werden wegjagen
1. Konjunktiv [2]
- würde wegjagen
- würdest wegjagen
- würde wegjagen
- würden wegjagen
- würdet wegjagen
- würden wegjagen
Diverses
- jag weg!
- jagt weg!
- jagen Sie weg!
- weggejagt
- wegjagend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor wegjagen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verjagen | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
wegdrijven | Forttreiben; Wegtreiben | |
wegjagen | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verdrijven | abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen | ausstossen; verbannen |
verjagen | abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen | ausstossen; verbannen |
wegdrijven | abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen | |
wegjagen | abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen | antreiben; auftreiben; ausstossen; verbannen; wegtreiben |
Synoniemen voor "wegjagen":
Wiktionary: wegjagen
Cross Translation:
Wegjagen:
-
Wegjagen (Verjagen; Abschrecken)
Vertaal Matrix voor Wegjagen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afschrikken | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
verjagen | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
wegjagen | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afschrikken | Angst einjagen; abschrecken; verscheuchen; verschrecken | |
verjagen | abtreiben; ausstossen; fortjagen; forttreiben; verbannen; verjagen; vertreiben; wegjagen | |
wegjagen | abtreiben; antreiben; auftreiben; ausstossen; fortjagen; forttreiben; verbannen; verjagen; vertreiben; wegjagen; wegtreiben |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegjagen (Nederlands) in het Duits
wegjagen:
-
wegjagen (voortdrijven; voortjagen; aanzwiepen; opdrijven)
-
wegjagen (uitbannen; verbannen; verdrijven; bannen; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren)
-
wegjagen (wegdrijven; verdrijven; verjagen)
vertreiben; verjagen; abtreiben; wegjagen; fortjagen; forttreiben-
forttreiben werkwoord (treibe fort, treibst fort, treibt fort, trieb fort, triebt fort, fortgetrieben)
Conjugations for wegjagen:
o.t.t.
- jaag weg
- jaagt weg
- jaagt weg
- jagen weg
- jagen weg
- jagen weg
o.v.t.
- joeg weg
- joeg weg
- joeg weg
- joegen weg
- joegen weg
- joegen weg
v.t.t.
- heb weggejaagd
- hebt weggejaagd
- heeft weggejaagd
- hebben weggejaagd
- hebben weggejaagd
- hebben weggejaagd
v.v.t.
- had weggejaagd
- had weggejaagd
- had weggejaagd
- hadden weggejaagd
- hadden weggejaagd
- hadden weggejaagd
o.t.t.t.
- zal wegjagen
- zult wegjagen
- zal wegjagen
- zullen wegjagen
- zullen wegjagen
- zullen wegjagen
o.v.t.t.
- zou wegjagen
- zou wegjagen
- zou wegjagen
- zouden wegjagen
- zouden wegjagen
- zouden wegjagen
diversen
- jaag weg!
- jaagt weg!
- weggejaagd
- wegjagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
wegjagen (verjagen; afschrikken)
Vertaal Matrix voor wegjagen:
Wiktionary: wegjagen
Cross Translation: