Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. erholen:
    • Gebruikers suggesties voor erholen:
      herhalen, bijkomen, uitrusten, ontspannen, herstellen
    • Synoniemen voor "erholen":
      rekonvaleszieren
      einen Lenz machen; abflacken; ausruhen; chillen; Däumchen drehen; faulenzen; gammeln; rumgammeln


Duits

Uitgebreide vertaling voor erholen (Duits) in het Nederlands

erholen:


Synoniemen voor "erholen":

  • rekonvaleszieren
  • einen Lenz machen; abflacken; ausruhen; chillen; Däumchen drehen; faulenzen; gammeln; rumgammeln

Verwante vertalingen van erholen