Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ausgiebig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausgiebig (Duits) in het Nederlands

ausgiebig:


Synoniemen voor "ausgiebig":


Wiktionary: ausgiebig

ausgiebig
adjective
  1. gründlich
  2. reichlich
    • ausgiebigruim

Cross Translation:
FromToVia
ausgiebig overvloedig; rijkelijk; abundant; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig abondant — Qui abonder, qui dépasse nettement en quantité ce qui est suffisant.
ausgiebig abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig copieux — Qui est abondant, qui est nombreux et disponible.
ausgiebig gefortuneerd; rijk; vermogend riche — qui a beaucoup de fortune