Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: abwenden

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: abwenden

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abwenden:
  2. Abwenden:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor abwenden (Duits) in het Nederlands

abwenden:

abwenden werkwoord (wende ab, wendest ab, wendet ab, wendete ab, wendetet ab, abgewendet)

  1. abwenden
    afwenden; afkeren
    • afwenden werkwoord (wend af, wendt af, wendde af, wendden af, afgewend)
    • afkeren werkwoord (keer af, keert af, keerde af, keerden af, afgekeerd)
  2. abwenden
    afwentelen; afwenden
    • afwentelen werkwoord (wentel af, wentelt af, wentelde af, wentelden af, afgewenteld)
    • afwenden werkwoord (wend af, wendt af, wendde af, wendden af, afgewend)
  3. abwenden (abhalten; zurückhalten; abwehren)
    afhouden; terughouden
    • afhouden werkwoord (houd af, houdt af, hield af, hielden af, afgehouden)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)

Conjugations for abwenden:

Präsens
  1. wende ab
  2. wendest ab
  3. wendet ab
  4. wenden ab
  5. wendet ab
  6. wenden ab
Imperfekt
  1. wendete ab
  2. wendetest ab
  3. wendete ab
  4. wendeten ab
  5. wendetet ab
  6. wendeten ab
Perfekt
  1. habe abgewendet
  2. hast abgewendet
  3. hat abgewendet
  4. haben abgewendet
  5. habt abgewendet
  6. haben abgewendet
1. Konjunktiv [1]
  1. wende ab
  2. wendest ab
  3. wende ab
  4. wenden ab
  5. wendet ab
  6. wenden ab
2. Konjunktiv
  1. wendete ab
  2. wendetest ab
  3. wendete ab
  4. wendeten ab
  5. wendetet ab
  6. wendeten ab
Futur 1
  1. werde abwenden
  2. wirst abwenden
  3. wird abwenden
  4. werden abwenden
  5. werdet abwenden
  6. werden abwenden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde abwenden
  2. würdest abwenden
  3. würde abwenden
  4. würden abwenden
  5. würdet abwenden
  6. würden abwenden
Diverses
  1. wend ab!
  2. wendet ab!
  3. wenden Sie ab!
  5. abgewendet
  6. abwendend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor abwenden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhouden Abhalten; Hindern
afkeren Abwenden; Abwendung
afwenden Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen
afwentelen Abwendung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhouden abhalten; abwehren; abwenden; zurückhalten abhalten; abwehren; abziehen; aufhalten; hindern; in Minderung bringen; sich wehren; wehren; zurückhalten
afkeren abwenden
afwenden abwenden
afwentelen abwenden
terughouden abhalten; abwehren; abwenden; zurückhalten auf die Seite legen; beiseite legen; bezwingen; bezähmen; reservieren; unterdrücken; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen

Synoniemen voor "abwenden":


Wiktionary: abwenden

abwenden
verb
  1. ervoor zorgen dat iets niet gebeurt
Cross Translation:
FromToVia
• abwenden → wegsturen; doen afdwalen; afdraaien; afkeren; pareren ↔ détourner — Traductions à trier suivant le sens

Abwenden:

Abwenden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abwenden (Wegdrehen; Abdrehen)
    afzwenken; afwenden; afdraaien; wegdraaien
  2. Abwenden (Abwendung)
    afkeren
    • afkeren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abwenden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdraaien Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen
afkeren Abwenden; Abwendung
afwenden Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen
afzwenken Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen
wegdraaien Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdraaien abdrehen
afkeren abwenden
afwenden abwenden
afzwenken abdrehen; abschwenken
wegdraaien umdrehen; wegdrehen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor abwenden (Nederlands) in het Duits







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0316 seconde
Page rendered in 1.0 seconds