Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Historiker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Historiker (Duits) in het Nederlands

Historiker:

Historiker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Historiker (Geschichtswissenschaftler; Geschichtsforscher)
    de historicus; de geschiedkundige

Vertaal Matrix voor Historiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschiedkundige Geschichtsforscher; Geschichtswissenschaftler; Historiker
historicus Geschichtsforscher; Geschichtswissenschaftler; Historiker

Synoniemen voor "Historiker":


Wiktionary: Historiker

Historiker
noun
  1. Wissenschaftler, der sich mit der Erforschung und Darstellung der Geschichte beschäftigt

Cross Translation:
FromToVia
Historiker historicus; geschiedkundige historian — writer of history
Historiker historicus historienspécialiste de l’Histoire, comme science historique.