Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. damals:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor damals (Duits) in het Nederlands

damals:

damals bijvoeglijk naamwoord

  1. damals (als; von da an)
    toen
    • toen bijvoeglijk naamwoord
  2. damals (da; ehemalig; damalig)
    toentertijd; indertijd; destijds; toen; toenmaals
  3. damals
    toendertijd
  4. damals (einst)
    weleer

Vertaal Matrix voor damals:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weleer Einst
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destijds da; damalig; damals; ehemalig
indertijd da; damalig; damals; ehemalig
toenmaals da; damalig; damals; ehemalig
toentertijd da; damalig; damals; ehemalig
weleer damals; einst
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toen als; da; damalig; damals; ehemalig; von da an
toendertijd damals

Synoniemen voor "damals":


Wiktionary: damals

damals
adverb
  1. referenziert einen zurückliegenden Zeitpunkt oder eine zurückliegende Zeitspanne
damals
adverb
  1. in die tijd
  2. in een vervlogen tijd

Cross Translation:
FromToVia
damals toen then — at that time
damals dan alors — En ce temps-là



Nederlands