Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rucksack:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rucksack (Duits) in het Nederlands

Rucksack:

Rucksack [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rucksack
    de rugzak
    • rugzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Rucksack (Knappsack; Ranzen)
    de knapzak; de ransel
    • knapzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ransel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rucksack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knapzak Knappsack; Ranzen; Rucksack
ransel Knappsack; Ranzen; Rucksack
rugzak Rucksack

Wiktionary: Rucksack

Rucksack
noun
  1. sackartige, beutelartige, verschnürbare oder verschließbare, aus Stoff, Leder oder Kunstleder gefertigte Tragetasche, die auf dem Rücken getragen werden kann und die zu diesem Zwecke mit Trageriemen versehen ist
Rucksack
noun
  1. een tas die op de rug gedragen wordt met behulp van draagriemen

Cross Translation:
FromToVia
Rucksack rugzak backpack — worn on a person's back, e.g., for hiking
Rucksack rugzak rucksack — a bag carried on the back
Rucksack rugzak sac à dos — Sac destiné à être porté sur le dos.