Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Rachen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Rachen

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Rachen:
- keel; strot; keelgat; hals; keelholte
Wiktionary:
- Rachen → keel
- Rachen → keel, kloof, afgrond, bek, opening, muil
- rächen → wreken
- rächen → wraak, wreken

Duits

Uitgebreide vertaling voor Rachen (Duits) in het Nederlands

rachen:

Synoniemen voor "rachen":

heimzahlen; revanchieren; vergelten

Rachen:

Rachen [der ~] zelfstandig naamwoord

der Rachen (Schlund; Kehle; Hals; Gurgel)
de keel; de strot; het keelgat; de hals
- keel [de ~] zelfstandig naamwoord
- strot [de ~] zelfstandig naamwoord
- keelgat [het ~] zelfstandig naamwoord
- hals [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Rachen (Rachenhöhle)
de keelholte
- keelholte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rachen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hals	Gurgel; Hals; Kehle; Rachen; Schlund	Genick; Hals; Nacken; Passe
keel	Gurgel; Hals; Kehle; Rachen; Schlund
keelgat	Gurgel; Hals; Kehle; Rachen; Schlund
keelholte	Rachen; Rachenhöhle
strot	Gurgel; Hals; Kehle; Rachen; Schlund

Synoniemen voor "Rachen":

Hals; Kehle; Pharynx; Schlund; Körperteil; Organ

Wiktionary: Rachen

Rachen

noun

Anatomie: eine mit Schleimhaut ausgekleidete Erweiterung im Anschluss an die Mund- und Nasenhöhle beim Menschen und den übrigen Wirbeltieren
- Rachen → keel

Cross Translation:

From	To	Via
• Rachen	→ keel	↔ throat — gullet or windpipe
• Rachen	→ kloof; afgrond; bek; opening; muil	↔ gouffre — cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.
• Rachen	→ afgrond; bek; opening; muil	↔ gueule — bouche chez les animaux carnassiers, chez certains poissons et certains gros reptiles.

Verwante vertalingen van Rachen