Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Polizei:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Polizei (Duits) in het Nederlands

Polizei:

Polizei [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Polizei (Polizeiwache; Abführmittel)
    de politie
    • politie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Polizei [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Polizei (Einsatzkommando der Polizei)
    de oproerpolitie

Vertaal Matrix voor Polizei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oproerpolitie Einsatzkommando der Polizei; Polizei
politie Abführmittel; Polizei; Polizeiwache

Synoniemen voor "Polizei":

  • Bullerei; Freund und Helfer; Herren in Grün; Ordnungshüter; Polente; Anstalt; Einrichtung; Institution

Wiktionary: Polizei

Polizei
noun
  1. für die öffentliche Sicherheit und Ordnung zuständige Behörde

Cross Translation:
FromToVia
Polizei politie police — an organisation that enforces the law

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Polizei