Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Eis:
- Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- eis:
- eisen:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Eis (Duits) in het Nederlands
Eis:
Vertaal Matrix voor Eis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bevroren water | Eis; Gefrorene; Sahneeis; Speiseeis | |
consumptie-ijs | Eis; Speiseeis | |
ijs | Eis; Gefrorene; Sahneeis; Speiseeis | |
ijsco | Eis | |
ijsje | Eis; Speiseeis | |
roomijs | Eis; Speiseeis | Speiseeis |
Synoniemen voor "Eis":
Verwante vertalingen van Eis
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Eis (Nederlands) in het Duits
eis:
-
de eis (vraag; vordering)
-
de eis (vordering; claim)
-
de eis (voorwaarde; conditie; vereiste)
-
de eis (rechtsvordering)
-
de eis (voorwaarde; conditie; criterium; kriterium; beperking; bepaling; beding)
Vertaal Matrix voor eis:
Verwante woorden van "eis":
Synoniemen voor "eis":
Verwante definities voor "eis":
Eis vorm van eisen:
-
eisen (opeisen; aanspraak maken op; vorderen; rekwireren; opvorderen)
fordern; Anspruch machen auf; anfordern; einfordern-
Anspruch machen auf werkwoord
-
einfordern werkwoord (fordere ein, forderst ein, fordert ein, forderte ein, fordertet ein, eingefordert)
-
eisen (inmanen; vorderen; invorderen)
fordern; verlangen; anfordern; einfordern; einziehen; kommandieren; erheben-
einfordern werkwoord (fordere ein, forderst ein, fordert ein, forderte ein, fordertet ein, eingefordert)
-
kommandieren werkwoord (kommandiere, kommandierst, kommandiert, kommandierte, kommandiertet, kommandiert)
-
eisen (vergen; vereisen; verlangen)
erfordern; anfordern; fordern; erheben; einfordern-
einfordern werkwoord (fordere ein, forderst ein, fordert ein, forderte ein, fordertet ein, eingefordert)
-
eisen (reclameren)
reklamieren; klagen; beanstanden; sichbeschweren-
beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
-
sichbeschweren werkwoord
Conjugations for eisen:
o.t.t.
- eis
- eist
- eist
- eisen
- eisen
- eisen
o.v.t.
- eiste
- eiste
- eiste
- eisten
- eisten
- eisten
v.t.t.
- heb geëist
- hebt geëist
- heeft geëist
- hebben geëist
- hebben geëist
- hebben geëist
v.v.t.
- had geëist
- had geëist
- had geëist
- hadden geëist
- hadden geëist
- hadden geëist
o.t.t.t.
- zal eisen
- zult eisen
- zal eisen
- zullen eisen
- zullen eisen
- zullen eisen
o.v.t.t.
- zou eisen
- zou eisen
- zou eisen
- zouden eisen
- zouden eisen
- zouden eisen
en verder
- is geëist
- zijn geëist
diversen
- eis!
- eist!
- geëist
- eisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor eisen:
Verwante woorden van "eisen":
Synoniemen voor "eisen":
Verwante definities voor "eisen":
Wiktionary: eisen
eisen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eisen | → verlangen; bestehen | ↔ demand — to request forcefully |
• eisen | → fragen; anfordern; fordern; verlangen; bitten; ersuchen | ↔ demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui. |
• eisen | → erfordern | ↔ exiger — demander quelque chose en vertu d’un droit légitime ou prétendre tel. |