Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: huschen

Duitse en Franse zoekresultaten voor: huschen

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Häuschen:
- demeure; humble cabane; logis; maisonnette; maison; maison de campagne; séjour à la campagne; villa; maison de plaisance; propriété à la campagne
Wiktionary:
- huschen → détaler, se sauver
- Häuschen → maisonnette
- Häuschen → cottage

Duits

Uitgebreide vertaling voor huschen (Duits) in het Frans

huschen:

Synoniemen voor "huschen":

breschen; düsen; flitzen; hetzen; jagen; sausen

Wiktionary: huschen

Cross Translation:

From	To	Via
• huschen	→ détaler; se sauver	↔ scurry — to run away with quick light steps

Häuschen:

Häuschen [das ~] zelfstandig naamwoord

Häuschen (Hütte)
la demeure; l'humble cabane; le logis; la maisonnette
- demeure [la ~] zelfstandig naamwoord
- humble cabane [la ~] zelfstandig naamwoord
- logis [le ~] zelfstandig naamwoord
- maisonnette [la ~] zelfstandig naamwoord
Häuschen
la maisonnette; la maison; le logis; l'humble cabane; la demeure
- maisonnette [la ~] zelfstandig naamwoord
- maison [la ~] zelfstandig naamwoord
- logis [le ~] zelfstandig naamwoord
- humble cabane [la ~] zelfstandig naamwoord
- demeure [la ~] zelfstandig naamwoord
Häuschen (Landhaus; Herrenhaus; Landhäuser; Rittergut; Herrengut)
la maison de campagne; le séjour à la campagne; la villa; la maison de plaisance; la propriété à la campagne
- maison de campagne [la ~] zelfstandig naamwoord
- séjour à la campagne [le ~] zelfstandig naamwoord
- villa [la ~] zelfstandig naamwoord
- maison de plaisance [la ~] zelfstandig naamwoord
- propriété à la campagne [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Häuschen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
demeure	Häuschen; Hütte	Heim; Sitz; Wohnort; Wohnsitz; Wohnung; Zuhause
humble cabane	Häuschen; Hütte
logis	Häuschen; Hütte	Beherbergung; Bleibe; Heim; Schlafraum; Sitz; Unterbringung; Wohnort; Wohnplatz; Wohnsitz; Wohnung; Zuhause
maison	Häuschen	Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Betrieb; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Firma; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Geschäftsbetrieb; Gesellschaftsfirma; Gewerbe; Gewerbebetrieb; Grundstück; Handelsunternehmen; Haus; Heim; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Sitz; Struktur; Teil; Unternehmen; Unterpfand; Wohnort; Wohnsitz; Wohnung; Zuhause
maison de campagne	Herrengut; Herrenhaus; Häuschen; Landhaus; Landhäuser; Rittergut	Rittergut; Wochenendhaus
maison de plaisance	Herrengut; Herrenhaus; Häuschen; Landhaus; Landhäuser; Rittergut
maisonnette	Häuschen; Hütte
propriété à la campagne	Herrengut; Herrenhaus; Häuschen; Landhaus; Landhäuser; Rittergut	Landgut; Landsitz
séjour à la campagne	Herrengut; Herrenhaus; Häuschen; Landhaus; Landhäuser; Rittergut
villa	Herrengut; Herrenhaus; Häuschen; Landhaus; Landhäuser; Rittergut	Rittergut; Villa
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maison		in Eigenarbeit hergestellt; selbstgemacht

Synoniemen voor "Häuschen":

Hütte; Verschlag; Bau; Bauwerk; Gebäude; Gemäuer

Wiktionary: Häuschen

Häuschen

noun

kleines Haus
- Häuschen → maisonnette

Häuschen

noun

maison basse et petite.
- maisonnette → Häuschen

Cross Translation:

From	To	Via
• Häuschen	→ cottage	↔ cottage — A small house; a cot; a hut