Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: hä

Duitse en Franse zoekresultaten voor: hä

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ha:
  2. Haß:
  3. Wiktionary:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. haï:

Duits

Uitgebreide vertaling voor hä (Duits) in het Frans

ha:

ha

  1. ha
    ah

Vertaal Matrix voor ha:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ah ha

Synoniemen voor "ha":

  • 10.000 m²; 100 mal 100 Meter; Hektar; Hektare

Wiktionary: ha

ha
noun
  1. Lettre latine H, h.
  1. Expression de divers sentiments

Haß:

Haß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Haß (Feindschaft)
    l'haine; l'aversion
    • haine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aversion [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Haß (Animosität; Feindschaft)
    l'haine; l'animosité; la rancune; l'hostilité
  3. der Haß (Neid)
    la jalousie; l'envie
    • jalousie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • envie [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Haß (Reliogionshaß; Feindschaft)
    l'anticléricalisme; l'haine religieuse
  5. der Haß (Feindseligkeit; Ärger; Feindschaft; )
    l'hargnue; la mauvaise humeur; l'irascibilité

Vertaal Matrix voor Haß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animosité Animosität; Feindschaft; Haß Animosität; Fehde; Feindlichkeit; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll
anticléricalisme Feindschaft; Haß; Reliogionshaß
aversion Feindschaft; Haß Abneigung; Abscheu; Abstoßen; Abweisen; Antipathie; Ekel; Greuel; Unlust; Unwille; Widerwille; Widerwilligkeit
envie Haß; Neid Begehr; Begehren; Begierde; Eifersucht; Fascinierung; Geilheit; Genußsucht; Gier; Hingebung; Inbrunst; Interesse; Jalousie; Leidenschaft; Lust; Mißgunst; Neid; Passion; Verlangen; Wollust; ein großes Verlangen
haine Animosität; Feindschaft; Haß Animosität; Anzüglichkeit; Fehde; Feindlichkeit; Feindschaft; Feindseligkeit; Gehässigkeit; Groll; Sarkasmus; Stichelei; Verachtung; gehässige Bemerkung
haine religieuse Feindschaft; Haß; Reliogionshaß
hargnue Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Kratzbürstigkeit; Mürrigkeit; Ärger
hostilité Animosität; Feindschaft; Haß Animosität; Fehde; Feindlichkeit; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll
irascibilité Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Kratzbürstigkeit; Mürrigkeit; Ärger Empfindlichkeit; Erregbarkeit; Grämlichkeit; Heißblütigkeit; Reizbarkeit; Stachlichkeit; Verdrießlichkeit; Vollblütigkeit
jalousie Haß; Neid Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid
mauvaise humeur Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Kratzbürstigkeit; Mürrigkeit; Ärger Empfindlichkeit; Erregbarkeit; Griesgram; Launigkeit; Reizbarkeit; Stachlichkeit; Verstimmung
rancune Animosität; Feindschaft; Haß Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Nachtragendheit; Rachegefühl; Rachsucht; Ressentiment; Verbitterung


Wiktionary: hä

hä
  1. (umgangssprachlich), salopp, brüskierend: eine als unhöflich oder unerzogen angesehene, stellvertretend für im Grunde alle Frageworte zur Nachfrage bei (vermeintlichen) Unklarheiten, Unverständlichkeit mit der Tendenz zur Sinnlosigkeit und Abwertung der [[vorhergehend



Frans

Uitgebreide vertaling voor hä (Frans) in het Duits

haï:

haï bijvoeglijk naamwoord

  1. haï (exécré; détesté)
    unbeliebt; gehaßt

Vertaal Matrix voor haï:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehaßt détesté; exécré; haï
unbeliebt détesté; exécré; haï impopulaire; peu populaire







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0296 seconde
Page rendered in 1.0 seconds