Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: auferlegen

Duitse en Franse zoekresultaten voor: auferlegen

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

auferlegen:
- Wiktionary:
  auferlegen → dicter
- Synoniemen voor "auferlegen":
  aufbürden; aufladen; auflasten; beladen; belasten; bepacken; beschweren; oktruieren; schlauchen; strapazieren
  aufbrummen; aufdrücken; aufhalsen; aufzwingen

Duits

Uitgebreide vertaling voor auferlegen (Duits) in het Frans

Spelling Suggesties voor: auferlegen

auflegen; aufwiegen; aufregen; aulegen; auffliegen; Auferlegung; Auflegen; auf Umwegen; auslegen

auferlegen:

Synoniemen voor "auferlegen":

aufbürden; aufladen; auflasten; beladen; belasten; bepacken; beschweren; oktruieren; schlauchen; strapazieren
aufbrummen; aufdrücken; aufhalsen; aufzwingen

Wiktionary: auferlegen

auferlegen

verb

prononcer mot à mot une phrase ou une suite de phraser, pour qu’une ou plusieurs autres personnes l’écrire.
- dicter → begeistern; einflößen; eingeben; inspirieren; auferlegen; diktieren; vorsagen; zuerkennen; ansagen; vorschreiben; aufzwingen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van auferlegen