Duits
Uitgebreide vertaling voor Verkehrsweg (Duits) in het Frans
Verkehrsweg: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Verkehr: tour; cercle; ronde
- weg: changé d'air; perdu; parti; disparu; filer le camp; filer le large; tordu; forcé; allez; va-t'en!
- Weg: voie; itinéraire; piste; parcours; rue; route; chaussée; trajet; route pavée; chemin; sentier; chemin de halage