Stadt: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Stadt:
- ville; cité; municipalité; commune; communauté; paroisse
Wiktionary:
- Stadt → cité, ville
- Stadt → cité, ville, commune, bourg, villette, villotte

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stadt (Duits) in het Frans

die Stadt
la ville; la cité; la municipalité
- ville [la ~] zelfstandig naamwoord
- cité [la ~] zelfstandig naamwoord
- municipalité [la ~] zelfstandig naamwoord
die Stadt
la ville
- ville [la ~] zelfstandig naamwoord
die Stadt (Gemeinde)
la municipalité; la commune; la communauté; la paroisse
- municipalité [la ~] zelfstandig naamwoord
- commune [la ~] zelfstandig naamwoord
- communauté [la ~] zelfstandig naamwoord
- paroisse [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cité	Stadt	Agglomoration
communauté	Gemeinde; Stadt	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Ehe; Einigung; Gemeinsamkeit; Gemeinschaft; Gemeinschaftlichkeit; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Gleichförmigkeit; Kameradschaft; Kirchengemeinde; Klub; Koalition; Kommune; Korporation; Lebensgemeinschaft; Verband; Verbindung; Verein; Vereinbarung; Vereinigung; Wohngemeinschaft; Wohngruppe; Zusammenschluß; der ganze Gemeinschaft; Ähnlichkeit; Übereinstimmung
commune	Gemeinde; Stadt	Gemeinde; Kommune; Lebensgemeinschaft; Wohngemeinschaft; Wohngruppe
municipalité	Gemeinde; Stadt	Gemeinderat; Gemeindeverwaltung; Gemeindevorstand; Stadtkanzlei; Stadtrat
paroisse	Gemeinde; Stadt	Gemeinde; Pfarrgemeinde
ville	Stadt
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
communauté		Community
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cité		zitiert

Stadt

noun

Stadt

noun

ville, surtout quand on vouloir en faire ressortir l’importance.
- cité → Ort; Stadt
Zone urbaine fortement peuplée dans laquelle se concentre la majorité des activités humaines d’un pays
- ville → Stadt; Ort

Cross Translation:

From	To	Via
• Stadt	→ cité; ville	↔ city — large settlement
• Stadt	→ ville; commune; bourg; villette; villotte	↔ town — settlement
• Stadt	→ cité; ville; commune	↔ stad — Woonplaats