Imbiss: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Imbiß:
- cafétéria; snack-bar; friterie; baraque à frites; snack; délicatesses; gourmandises; amuse-gueule; friandises; friandise
Wiktionary:
- Imbiss → collation, snack-bar
- Imbiss → casse-croûte, casse-croute, hors-d'œuvre, goûter, cafétéria, bistro

Duits

Uitgebreide vertaling voor Imbiss (Duits) in het Frans

Imbiss:

Synoniemen voor "Imbiss":

Bissen; Brotzeit; Gabelfrühstück; Happen; Imbs; Jause; leichte Mahlzeit; Marende; Neinerln; Snack; Stärkung; Unternessen; Vesper; Znüni; Zvieri; Zwischenmahlzeit; Essen; Gericht; Mahl; Mahlzeit; Speise
Imbissbude; Imbissstube; Schnellimbiss; Schnellimbissstube; Schnellrestaurant; Snackbar

Wiktionary: Imbiss

Imbiss

noun

eine kurze Mahlzeit außerhalb der Hauptmahlzeiten
- Imbiss → collation
Stand, Kantine, Kiosk oder Stube, wo man eine kleine Zwischenmahlzeit kaufen und einnehmen kann
- Imbiss → snack-bar

Imbiss

-
- casse-croûte → Imbiss

Cross Translation:

From	To	Via
• Imbiss	→ casse-croûte; casse-croute; hors-d'œuvre; goûter	↔ snack — a light meal
• Imbiss	→ cafétéria; bistro	↔ snack bar — a small restaurant serving light meals

Imbiß:

Imbiß [der ~] zelfstandig naamwoord

der Imbiß (Schnellgaststätte; Schnellbüfett)
la cafétéria; le snack-bar; la friterie; la baraque à frites; le snack
- cafétéria [la ~] zelfstandig naamwoord
- snack-bar [le ~] zelfstandig naamwoord
- friterie [la ~] zelfstandig naamwoord
- baraque à frites [la ~] zelfstandig naamwoord
- snack [le ~] zelfstandig naamwoord
der Imbiß (Süßigkeit; Leckerei; Nascherei; Süßigkeiten; Köstlichkeit; etwas Süßes; Leckerbissen; Leckereien; Feinkost; Naschwerk)
la délicatesses; la gourmandises; l'amuse-gueule; la friandises
- délicatesses [la ~] zelfstandig naamwoord
- gourmandises [la ~] zelfstandig naamwoord
- amuse-gueule [le ~] zelfstandig naamwoord
- friandises [la ~] zelfstandig naamwoord
der Imbiß (Leckerei; Leckerbissen)
la friandise; l'amuse-gueule
- friandise [la ~] zelfstandig naamwoord
- amuse-gueule [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Imbiß:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
amuse-gueule	Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes	Bissen; Biß; Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Nascherei; Schnack; Zwischenmahlzeit
baraque à frites	Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte	Pommes-frites-Bude; Schnellgaststätte
cafétéria	Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte	Ausschank; Café; Cafétaria; Foyer; Galerie; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Pommes-frites-Bude; Schankwirtschaft; Schenke; Schnellgaststätte; Wirtshaus; Wirtsstube
délicatesses	Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes
friandise	Imbiß; Leckerbissen; Leckerei	Bissen; Biß; Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Happen; Herrlichkeit; Kandis; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Schnack; Süßigkeiten; Zwischenmahlzeit
friandises	Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes	Delikatesse; Erfrischung; Erfrischungen; Erquickung; Kandis; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeiten; Zuckergut
friterie	Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte	Pommes-frites-Bude; Schnellgaststätte
gourmandises	Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes	Kandis
snack	Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte	Bissen; Biß; Pommes-frites-Bude; Schnack; Schnellgaststätte; Zwischenmahlzeit
snack-bar	Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte	Pommes-frites-Bude; Schnellgaststätte

Remove Ads

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Imbiss

Uitgebreide vertaling voor Imbiss (Duits) in het Frans

Imbiss:

Synoniemen voor "Imbiss":

Wiktionary: Imbiss

Imbiß:

Imbiß [der ~] zelfstandig naamwoord

der Imbiß (Schnellgaststätte; Schnellbüfett)

der Imbiß (Süßigkeit; Leckerei; Nascherei; Süßigkeiten; Köstlichkeit; etwas Süßes; Leckerbissen; Leckereien; Feinkost; Naschwerk)

der Imbiß (Leckerei; Leckerbissen)

Vertaal Matrix voor Imbiß: