Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Dock:
  2. Wiktionary:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dock:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dock (Duits) in het Frans

Dock:

Dock [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Dock (Werft; Schiffswerft; Schiffbauplatz)
    le dock
    • dock [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dock Dock; Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft Schiffswerft; Silo
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- DockPanel

Synoniemen voor "Dock":


Wiktionary: Dock

Dock
noun
  1. Schiffbau: gemauertes Becken oder schwimmender Hohlkörper aus Stahl zur Trockenlegung von Schiffen, an denen Außenarbeiten erforderlich sind



Frans

Uitgebreide vertaling voor Dock (Frans) in het Duits

dock:

dock [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le dock
    Dock; die Werft; die Schiffswerft; der Schiffbauplatz
  2. le dock (chantier naval; chantier de construction)
    der Schiffswerft
  3. le dock (silo; magasin à blé; engreneur)
    Silo
    • Silo [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dock dock
Schiffbauplatz dock cale de carénage; chantier naval
Schiffswerft chantier de construction; chantier naval; dock cale de carénage; chantier naval
Silo dock; engreneur; magasin à blé; silo silo
Werft dock cale de carénage; chantier naval

Synoniemen voor "dock":


Wiktionary: dock

dock
noun
  1. Schiffbau: gemauertes Becken oder schwimmender Hohlkörper aus Stahl zur Trockenlegung von Schiffen, an denen Außenarbeiten erforderlich sind

Verwante vertalingen van Dock