Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Causeur:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. causeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor Causeur (Frans) in het Duits

causeur:

causeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le causeur (bavardeur; pipelette; radoteur; )
    der Klatschbase; der jemand der sehr viel Unsinn redet
  2. le causeur (bavard; parleur; moulin à paroles)
    der Erzähler; der Plauderer
  3. le causeur (fanfaron; vantard; crâneur; )
    der gauner; der Protz; der Wichtigtuer; der Prahlhans
    • gauner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Protz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wichtigtuer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Prahlhans [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. le causeur (bavard; moulin à paroles; calomniatrice; diffamateur; parleur)
    die Klatschtante; Klatschmaul

Vertaal Matrix voor causeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erzähler bavard; causeur; moulin à paroles; parleur narrateur
Klatschbase bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavard; bavarde; bavardeur; perruche; rabâcheuse; radoteur; radoteuse
Klatschmaul bavard; calomniatrice; causeur; diffamateur; moulin à paroles; parleur bavarde; perruche; rabâcheuse; radoteur; radoteuse
Klatschtante bavard; calomniatrice; causeur; diffamateur; moulin à paroles; parleur
Plauderer bavard; causeur; moulin à paroles; parleur
Prahlhans causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; paradeur; vantard; vantards drôle de coco; drôle de type; fanfaron
Protz causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; paradeur; vantard; vantards frimeur; m'as-tu-vu
Wichtigtuer causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; paradeur; vantard; vantards agitateur; bluffeur; bluffeurs; chahuteur; charlatans; chichiteux; fanfaron; fanfarons; frimeur; hâbleur; m'as-tu-vu; névropathe; névrosé; paradeur; paradeurs; perturbateur; tapageur; vantard; vantards
gauner causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; paradeur; vantard; vantards
jemand der sehr viel Unsinn redet bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur

Wiktionary: causeur

causeur
noun
  1. veraltend: unterhaltsamer Plauderer