Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Blase:
  2. blasen:
  3. Wiktionary:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Blase:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Blase (Duits) in het Frans

Blase:

Blase [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Blase
    la vessie
    • vessie [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Blase
    la cloque; l'ampoule
    • cloque [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ampoule [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Blase (Geschwulst; Beule; Buckel)
    la bosse; l'enflure; le grosseur; la boule; le renflement
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enflure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • grosseur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • boule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • renflement [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Blase:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ampoule Blase Ampulle; Ausstülpung; Beule; Birne; Finne; Glühbirne; Glühlampe; Höcker; Pickel; Pustel; Schwellung; Wulst
bosse Beule; Blase; Buckel; Geschwulst Ausstülpung; Beule; Buckel; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Finne; Holpern; Höcker; Kniff; Pickel; Pustel; Quetschung; Quetschwunde; Schwellung; Unebenheit; Verbeulung; Wulst
boule Beule; Blase; Buckel; Geschwulst Ball; Kegelkugel; Knoten von Wolle; Kugelform; Unebenheit
cloque Blase
enflure Beule; Blase; Buckel; Geschwulst Arroganz; Aufgeblasenheit; Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Ausstülpung; Beule; Finne; Geschwollenheit; Hochmut; Höcker; Pickel; Pustel; Schwellen; Schwellung; Verdickung; Wichtigtuerei; Wulst
grosseur Beule; Blase; Buckel; Geschwulst Beleibtheit; Korpulenz; Umfang
renflement Beule; Blase; Buckel; Geschwulst
vessie Blase

Synoniemen voor "Blase":


Wiktionary: Blase

Blase
noun
  1. Medizin: eine Hautveränderung, Einlagerung von Flüssigkeit im Gewebe
  2. Wirtschaft, unter anderem an der Börse: übertriebene Preise, die den realen Werten nicht mehr entsprechen
  3. Physik: ein Gas in einer Flüssigkeit (Gasblase)
  4. Medizin, Anatomie, kurz: Harnblase
Blase
noun
  1. Petite quantité d’air qui s’élever à la surface des liquides, en particulier lors de l’ébullition ou de la fermentation.
  2. Organe urinaire
  3. anatomie|fr sac membraneux semblable à une petite vessie.

Cross Translation:
FromToVia
Blase ampoule; boursouflure; cloque blister — bubble on the skin
Blase cloque blister — bubble on a painted surface
Blase bulle bubble — spherically contained volume of air or other gas
Blase trou bubble — small spherical cavity in a solid
Blase bulle bubble — period of intense speculation in a market
Blase vessie urinary bladder — urinary bladder
Blase vessie blaas — een hol orgaan dat gevuld is met een hoeveelheid gas en/of vloeistof

blasen:

blasen werkwoord (blase, bläst, bliest, geblasen)

  1. blasen (flöten; pfeifen)
    jouer de la flûte; siffler; souffler
    • jouer de la flûte werkwoord
    • siffler werkwoord (siffle, siffles, sifflons, sifflez, )
    • souffler werkwoord (souffle, souffles, soufflons, soufflez, )
  2. blasen (lutschen; saugen)
    sucer; téter
    • sucer werkwoord (suce, suces, suçons, sucez, )
    • téter werkwoord (tète, tètes, tétons, tétez, )

Conjugations for blasen:

Präsens
  1. blase
  2. bläst
  3. bläst
  4. blasen
  5. blast
  6. blasen
Imperfekt
  1. blies
  2. bliest
  3. bliest
  4. bliesen
  5. bliest
  6. bliesen
Perfekt
  1. habe geblasen
  2. hast geblasen
  3. hat geblasen
  4. haben geblasen
  5. habt geblasen
  6. haben geblasen
1. Konjunktiv [1]
  1. blase
  2. blasest
  3. blase
  4. blasen
  5. blaset
  6. blasen
2. Konjunktiv
  1. bliese
  2. bliesest
  3. bliese
  4. bliesen
  5. blieset
  6. bliesen
Futur 1
  1. werde blasen
  2. wirst blasen
  3. wird blasen
  4. werden blasen
  5. werdet blasen
  6. werden blasen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde blasen
  2. würdest blasen
  3. würde blasen
  4. würden blasen
  5. würdet blasen
  6. würden blasen
Diverses
  1. blas!
  2. blast!
  3. blasen Sie!
  4. geblasen
  5. blasend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor blasen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
téter vollsaugen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jouer de la flûte blasen; flöten; pfeifen
siffler blasen; flöten; pfeifen rascheln; rauschen; sausen; surren; säuseln
souffler blasen; flöten; pfeifen anregen; antreiben; atmen; aufjagen; ausatmen; ausblasen; einatmen; einflüstern; eingeben; einhelfen; flüstern; forttreiben; grapschen; hecheln; inhalieren; keuchen; klemmen; krallen; lispeln; munkeln; nötigen; prophezeien; raten; schnaufen; soufflieren; suggerieren; säuseln; tuscheln; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; wegkappern; zischeln; zuflüstern; zuraten
sucer blasen; lutschen; saugen aufessen; aussaugen; essen; knabbern; leersaugen; lutschen; nagen; saugen; schlucken; schlürfen; speisen; verspeisen; verzehren
téter blasen; lutschen; saugen lutschen; saugen

Synoniemen voor "blasen":

  • pusten
  • lecken; oral befriedigen; schwanzlutschen

Wiktionary: blasen

blasen
verb
  1. vulgär: den Penis sexuell oral stimulieren
  2. ausstoßen von Luft aus dem Mund; etwas in die Luft bzw. Atmosphäre überleiten; in etwas hineinpusten
blasen
verb
  1. Grossir, enfler quelque chose en soufflant
  2. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
blasen souffler blow — to produce an air current
blasen pipe; sucer blow — to fellate
blasen tailler une pipe give head — slang: to perform oral sex on another person
blasen → [[faire/tailler une pipe]] suck off — to give a blowjob
blasen souffler wind — blow air through (a wind instrument)
blasen souffler waaien — plaatsvinden van een sterke luchtstroming
blasen souffler blazen — een luchtstroom veroorzaken



Frans

Uitgebreide vertaling voor Blase (Frans) in het Duits

blase:


Synoniemen voor "blase":

  • blair; tarin; pif

blasé:


Synoniemen voor "blasé":


Wiktionary: blasé

blasé
adjective
  1. überheblich oder herablassend

blasée:


Synoniemen voor "blasée":

  • incurieuse; indifférente

Wiktionary: blasée

blasée
adjective
  1. überheblich oder herablassend