Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Aussteller:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aussteller (Duits) in het Frans

Aussteller:

Aussteller [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Aussteller
    l'exposants; l'exposantes

Aussteller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aussteller (Ausstellerin)
    l'exposant
  2. der Aussteller (Spaziergänger; Schlepper; Drücker)
    le randonneurs; le campeurs
  3. der Aussteller (Spenders)
    l'administrateurs; l'assistants

Vertaal Matrix voor Aussteller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administrateurs Aussteller; Spenders
assistants Aussteller; Spenders Assistenten
campeurs Aussteller; Drücker; Schlepper; Spaziergänger
exposant Aussteller; Ausstellerin Exponent; hochgestellt
exposantes Aussteller Ausstellern
exposants Aussteller Ausstellern
randonneurs Aussteller; Drücker; Schlepper; Spaziergänger

Synoniemen voor "Aussteller":

  • Trassant

Wiktionary: Aussteller

Aussteller
noun
  1. Celui, celle qui tire, aux divers sens du mot.