Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Affront

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Affront

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Affront:
- Wiktionary:
  Affront → affront
  Affront → affront, défi
- Synoniemen voor "Affront":
  Beleidigung; Insultation; Invektive; Kränkung; Schmähung; Verleumdung

Frans naar Duits: Meer gegevens...

affront:
- Beleidigung; Beschimpfung; Verhöhnung; Schmähung
Wiktionary:
- affront → Anstoß, Beleidigung, Kränkung, Affront
- affront → Affront

Duits

Uitgebreide vertaling voor Affront (Duits) in het Frans

Affront:

Synoniemen voor "Affront":

Beleidigung; Insultation; Invektive; Kränkung; Schmähung; Verleumdung

Wiktionary: Affront

Affront

noun

veraltend, gehoben: öffentlicher verbaler oder schriftlicher Angriff bzw. Beschuldigung
- Affront → affront

Cross Translation:

From	To	Via
• Affront	→ affront; défi	↔ affront — open or intentional offense, slight, or insult

Frans

Uitgebreide vertaling voor Affront (Frans) in het Duits

affront:

affront [le ~] zelfstandig naamwoord

l'affront (insulte; injure)
die Beleidigung; die Beschimpfung; die Verhöhnung; die Schmähung
- Beleidigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Beschimpfung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verhöhnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor affront:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beleidigung	affront; injure; insulte
Beschimpfung	affront; injure; insulte
Schmähung	affront; injure; insulte	bocardage; dispersion; démembrement; désagrégation; moquerie; morcellement; offense; raillerie; ricanement; rire de dérision; rire moqueur; écrasement; émiettement
Verhöhnung	affront; injure; insulte	moquerie; raillerie; ricanement; rire de dérision; rire moqueur

Synoniemen voor "affront":

humiliation; vexation; camouflet; avanie; raillerie; offense; indignité; outrage; soufflet; gifle; brimade; bizutage; méchanceté; injustice; honte; déshonneur; flétrissure; opprobre; ignominie; bassesse; abjection; dégradation; remords; repentir; regret; mortification; avilissement; abaissement; aplatissement; confusion; déchéance; injure; insulte; invective; attaque; impolitesse; insolence; sarcasme; vilenie; infamie; nasarde; chiquenaude

Wiktionary: affront

affront

noun

outrage fait en face, soit en paroles, être en action.
- affront → Anstoß; Beleidigung; Kränkung

affront

noun

die Verletzung eines anderen Menschen in seiner Ehre, seinen Gefühlen, oder seines Selbstbewusstseins
- Kränkung → affront
veraltend, gehoben: öffentlicher verbaler oder schriftlicher Angriff bzw. Beschuldigung
- Affront → affront

Cross Translation:

From	To	Via
• affront	→ Affront	↔ affront — open or intentional offense, slight, or insult