Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Abweisung

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Abweisung

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Abweisung:
- répudiation; refus; rejet; désapprobation; interdiction; privation; inhibition; dénuement; frustration
Wiktionary:
- Abweisung → abdication

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abweisung (Duits) in het Frans

Abweisung:

Abweisung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Abweisung (Verwerfung; Ablehnung; Verdammnis)
la répudiation; le refus; le rejet; la désapprobation
- répudiation [la ~] zelfstandig naamwoord
- refus [le ~] zelfstandig naamwoord
- rejet [le ~] zelfstandig naamwoord
- désapprobation [la ~] zelfstandig naamwoord
die Abweisung (Verweigerung)
le refus; l'interdiction; la privation; l'inhibition; le dénuement; la frustration
- refus [le ~] zelfstandig naamwoord
- interdiction [la ~] zelfstandig naamwoord
- privation [la ~] zelfstandig naamwoord
- inhibition [la ~] zelfstandig naamwoord
- dénuement [le ~] zelfstandig naamwoord
- frustration [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abweisung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dénuement	Abweisung; Verweigerung	Alarm; Armut; Elend; Hilfsbedürftigkeit; Jammer; Not; Notzustand; Wende; Wendepunkt
désapprobation	Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung
frustration	Abweisung; Verweigerung	Frustration
inhibition	Abweisung; Verweigerung	Hemmung
interdiction	Abweisung; Verweigerung	Abhalten; Entsagen; Hindern; Sperrung; Verbot
privation	Abweisung; Verweigerung	Entbehrung; Entsagen; Hilfsbedürftigkeit; Ärmlichkeit
refus	Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verweigerung; Verwerfung	Ablehnen; Abschlagen; Abweisen; Entsagen; Korb; Verweigerung; Zurückweisen
rejet	Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung	Ablehnen; Ablehnung; Abschlagen; Abweisen; Abwimmeln; Zurückweisen
répudiation	Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung	Leugnung; Nichtanerkennung; Selbstverleugnung; Verleugnung

Synoniemen voor "Abweisung":

Versagung

Wiktionary: Abweisung

Abweisung

noun

action de renoncer à une charge importante. — note Se dit en parlant de celui qui abdiquer et de la chose abdiquer.
- abdication → Abdikation; Abdankung; Ablehnung; Abweisung; Verweigerung; Zurückweisung; Zession; Rücktritt; Thronverzicht; Verzicht; Niederlegung