Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zweifach:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zweifach (Duits) in het Frans

zweifach:

zweifach bijvoeglijk naamwoord

  1. zweifach (zweiteilig; zweigliedrig)
    équivoque; ambigu; ambiguë
  2. zweifach (zweiteilig)
    double; binaire

Vertaal Matrix voor zweifach:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
double Abschrift; Doppel; Doppelgänger; Doppelte; Double; Duplikat; Fotokopie; Kopie; Nachbildung; Stuntman; Vervielfältigung; Zweitschrift
équivoque Doppeldeutigkeit; Doppelsinn; Doppelsinnigkeit; Dualismus; Obszönität; Schlüpfrigkeit; Schäbigkeit; Wortspiel; Zweideutigkeit; Zwiespältigkeit
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binaire zweifach; zweiteilig als Paar; binarisch; binär
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
binaire Binär
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambigu zweifach; zweigliedrig; zweiteilig ambivalent; doppeldeutig; doppelsinnig; mehrdeutig; nicht eindeutig; schlüpfrig; zweideutig
ambiguë zweifach; zweigliedrig; zweiteilig doppeldeutig; doppelsinnig; mehrdeutig; nicht eindeutig; schlüpfrig; zweideutig
double zweifach; zweiteilig doppelt; zweipersonen
équivoque zweifach; zweigliedrig; zweiteilig doppeldeutig; doppelsinnig; fraglich; mehrdeutig; nicht eindeutig; nicht sicher; schlüpfrig; unbestimmt; ungewiß; unsicher; verworren; zweideutig; zweifelhaft

Synoniemen voor "zweifach":

  • doppelt; doppelt gemoppelt; paar; zweigleisig

Wiktionary: zweifach

zweifach
adjective
  1. zwei mal so oft oder so viel
zweifach
adjective
  1. Qui valoir, qui pèse ou qui contenir deux fois autant.