Duits
Uitgebreide vertaling voor zivilisiert (Duits) in het Frans
zivilisiert:
-
zivilisiert (kultiviert; gepflegt; wohlerzogen; korrekt; gut versorgt; anständig; höflich)
bien élevé; cultivé; soigné; courtois; civilisé; poli; poliment; galant; policé; courtoisement; civilement-
bien élevé bijvoeglijk naamwoord
-
cultivé bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
courtois bijvoeglijk naamwoord
-
civilisé bijvoeglijk naamwoord
-
poli bijvoeglijk naamwoord
-
poliment bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
policé bijvoeglijk naamwoord
-
courtoisement bijvoeglijk naamwoord
-
civilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
zivilisiert (anständig; höflich; gebildet; wohlerzogen; wohlanständig)
civilisé; comme il faut; propre; poli; courtois; cultivé; correct; bien élevé; convenable; décent; respectable-
civilisé bijvoeglijk naamwoord
-
comme il faut bijvoeglijk naamwoord
-
propre bijvoeglijk naamwoord
-
poli bijvoeglijk naamwoord
-
courtois bijvoeglijk naamwoord
-
cultivé bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
bien élevé bijvoeglijk naamwoord
-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
décent bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zivilisiert:
Synoniemen voor "zivilisiert":
Wiktionary: zivilisiert
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zivilisiert | → civil | ↔ civil — behaving in a reasonable or polite manner |
• zivilisiert | → civilisé | ↔ civilized — having a highly developed society or culture |
zivilisieren:
zivilisieren werkwoord (zivilisiere, zivilisierst, zivilisiert, zivilisierte, zivilisiertet, zivilisiert)
-
zivilisieren
cultiver; civiliser-
cultiver werkwoord (cultive, cultives, cultivons, cultivez, cultivent, cultivais, cultivait, cultivions, cultiviez, cultivaient, cultivai, cultivas, cultiva, cultivâmes, cultivâtes, cultivèrent, cultiverai, cultiveras, cultivera, cultiverons, cultiverez, cultiveront)
-
civiliser werkwoord (civilise, civilises, civilisons, civilisez, civilisent, civilisais, civilisait, civilisions, civilisiez, civilisaient, civilisai, civilisas, civilisa, civilisâmes, civilisâtes, civilisèrent, civiliserai, civiliseras, civilisera, civiliserons, civiliserez, civiliseront)
-
Conjugations for zivilisieren:
Präsens
- zivilisiere
- zivilisierst
- zivilisiert
- zivilisieren
- zivilisiert
- zivilisieren
Imperfekt
- zivilisierte
- zivilisiertest
- zivilisierte
- zivilisierten
- zivilisiertet
- zivilisierten
Perfekt
- habe zivilisiert
- hast zivilisiert
- hat zivilisiert
- haben zivilisiert
- habt zivilisiert
- haben zivilisiert
1. Konjunktiv [1]
- zivilisiere
- zivilisierest
- zivilisiere
- zivilisieren
- zivilisieret
- zivilisieren
2. Konjunktiv
- zivilisierte
- zivilisiertest
- zivilisierte
- zivilisierten
- zivilisiertet
- zivilisierten
Futur 1
- werde zivilisieren
- wirst zivilisieren
- wird zivilisieren
- werden zivilisieren
- werdet zivilisieren
- werden zivilisieren
1. Konjunktiv [2]
- würde zivilisieren
- würdest zivilisieren
- würde zivilisieren
- würden zivilisieren
- würdet zivilisieren
- würden zivilisieren
Diverses
- zivilisier!
- zivilisiert!
- zivilisieren Sie!
- zivilisiert
- zivilisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor zivilisieren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
civiliser | zivilisieren | |
cultiver | zivilisieren | abbauen; anbauen; anpflanzen; aufbauen; aufziehen; ausbeuten; ausnutzen; benutzen; erzeugen; fortpflanzen; hegen; heranbilden; heranziehen; hervorbringen; inBetriebsetzen; kultivieren; schaffen; treiben; umbauen; umgestalten; umwandeln; zeugen; ziehen; züchten |
Wiktionary: zivilisieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zivilisieren | → civiliser | ↔ civiliseren — beschaving bijbrengen |