Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal zappelig

Vertaal zappelig van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

zappelig:
- remuant; nageotant; impatient; nerveux; agité; turbulent

Duits

Uitgebreide vertaling voor zappelig (Duits) in het Frans

zappelig:

zappelig bijvoeglijk naamwoord

zappelig
remuant; nageotant
- remuant bijvoeglijk naamwoord
- nageotant bijvoeglijk naamwoord
zappelig (ruhelos; rührig; steif; unruhig; unbeständig; rastlos; flatterhaft)
impatient; nerveux; agité; turbulent
- impatient bijvoeglijk naamwoord
- nerveux bijvoeglijk naamwoord
- agité bijvoeglijk naamwoord
- turbulent bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zappelig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nerveux		Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agité	flatterhaft; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig	agitiert; aufgebracht; aufgeregt; aufgeweckt; aus vollem Halse; aus voller Kehle; bewegt; erhitzt; erregt; fest; feurig; frisch; gefühllos; gehetzt; gejagd; geräuschvoll; geschwind; gestresst; hart; hastig; hektisch; herb; hitzig; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lebendig; lebhaft; lärmend; munter; quick; ruhelos; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; turbulent; tüchtig; ungestüm; unruhig; unsanft; überstürzt
impatient	flatterhaft; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig	ungeduldig
nageotant	zappelig
nerveux	flatterhaft; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig	erhitzt; gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; nervös; schnell; unruhig; ängstlich; überstürzt
remuant	zappelig	aktiv; angeheitert; beweglich; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; unruhig; vergnüglich; üppig
turbulent	flatterhaft; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig	angeheitert; ausgelassen; bewegt; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; laut; lautstark; lebendig; lebhaft; lustig; lärmig; munter; quick; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig; vergnüglich; wild; üppig

Synoniemen voor "zappelig":

getrieben; rastlos; ruhelos; unruhig

Computer vertaling door derden: