Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal wuchten

Vertaal wuchten van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

wuchten:
- traîner; porter; trimballer; porter avec effort

Duits

Uitgebreide vertaling voor wuchten (Duits) in het Frans

wuchten:

wuchten werkwoord

wuchten (schleppen; tragen)
traîner; porter; trimballer; porter avec effort
- traîner werkwoord (traîne, traînes, traînons, traînez, traînent, traînais, traînait, traînions, traîniez, traînaient, traînai, traînas, traîna, traînâmes, traînâtes, traînèrent, traînerai, traîneras, traînera, traînerons, traînerez, traîneront)
- porter werkwoord (porte, portes, portons, portez, portent, portais, portait, portions, portiez, portaient, portai, portas, porta, portâmes, portâtes, portèrent, porterai, porteras, portera, porterons, porterez, porteront)
- trimballer werkwoord
- porter avec effort werkwoord

Vertaal Matrix voor wuchten:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
porter	schleppen; tragen; wuchten	abführen; abschicken; abtragen; an haben; anstiften; antun; auslösen; beistehen; bewirken; darreichen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; hervorbringen; herüberreichen; hinauftragen; hinhalten; hinüberreichen; portieren; reichen; schleppen; schwer zu trägen sein; senden; stützen; tragen; unterstützen; verschicken; verursachen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen; zubringen; zufügen
porter avec effort	schleppen; tragen; wuchten	beistehen; stützen; unterstützen
traîner	schleppen; tragen; wuchten	aufschieben; baumeln; bummeln; dahinziehen; faulenzen; flanieren; fortziehen; grübeln; heranziehen; herumgehen; herumlungern; herumschlendern; herumsitzen; herumspazieren; herumstehen; hervorbringen; hinausschieben; hängen; nachziehen; nicht mehr den richtigen Weg finden können; paradieren; schlendern; schlenkern; schleppen; schwanken; schwer zu trägen sein; sich herumtreiben; sich verlauft haben; spazieren; spazierengehen; streunen; tragen; treideln; trödeln; umherschlendern; umherschlingern; unschlüssig sein; unschlüssig warten; verschleppen; verzögern; wanken; wegschleppen; weiterziehen; zaudern; zerren; ziehen; zweifeln; zögern
trimballer	schleppen; tragen; wuchten	hervorbringen; schleppen; schwer zu trägen sein; tragen

Synoniemen voor "wuchten":

anheben; aufheben; heben; hieven; hochheben; hochziehen; stemmen

Computer vertaling door derden: