Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
waghalsig:
- inconsidéré; irréfléchi; témérairement; audacieux; précipité; imprudent; téméraire; prématuré; précipitamment; fougueux; prématurément; fougueuse; audacieusement; imprudemment; sans réfléchir; avec témérité; déchaîné; insouciant; hardi; entreprenant; casse-cou; surexcité; imprévoyant; risque-tout; t; osé; risqué; hardiment; avec audace; ayant le vertige; ayant la tête tournante
-
Wiktionary:
- waghalsig → périlleux
- waghalsig → irresponsable, insouciant
Duits
Uitgebreide vertaling voor waghalsig (Duits) in het Frans
waghalsig:
-
waghalsig (unbesonnen; leichtsinnig; unbedachtsam; unüberlegt; gedankenlos; leichtfertig)
inconsidéré; irréfléchi; témérairement; audacieux; précipité; imprudent; téméraire; prématuré; précipitamment; fougueux; prématurément; fougueuse; audacieusement; imprudemment; sans réfléchir; avec témérité-
inconsidéré bijvoeglijk naamwoord
-
irréfléchi bijvoeglijk naamwoord
-
témérairement bijvoeglijk naamwoord
-
audacieux bijvoeglijk naamwoord
-
précipité bijvoeglijk naamwoord
-
imprudent bijvoeglijk naamwoord
-
téméraire bijvoeglijk naamwoord
-
prématuré bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
prématurément bijvoeglijk naamwoord
-
fougueuse bijvoeglijk naamwoord
-
audacieusement bijvoeglijk naamwoord
-
imprudemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans réfléchir bijvoeglijk naamwoord
-
avec témérité bijvoeglijk naamwoord
-
-
waghalsig (draufgängerisch; tollkühn)
imprudent; déchaîné; audacieux; insouciant; téméraire; hardi; entreprenant; casse-cou; surexcité; audacieusement; imprévoyant; imprudemment; risque-tout; témérairement; avec témérité-
imprudent bijvoeglijk naamwoord
-
déchaîné bijvoeglijk naamwoord
-
audacieux bijvoeglijk naamwoord
-
insouciant bijvoeglijk naamwoord
-
téméraire bijvoeglijk naamwoord
-
hardi bijvoeglijk naamwoord
-
entreprenant bijvoeglijk naamwoord
-
casse-cou bijvoeglijk naamwoord
-
surexcité bijvoeglijk naamwoord
-
audacieusement bijvoeglijk naamwoord
-
imprévoyant bijvoeglijk naamwoord
-
imprudemment bijvoeglijk naamwoord
-
risque-tout bijvoeglijk naamwoord
-
témérairement bijvoeglijk naamwoord
-
avec témérité bijvoeglijk naamwoord
-
-
waghalsig (tollkühn; übermütig; keck; unbesonnen; verwegen; leichtsinnig)
audacieusement; audacieux; t; téméraire; osé; hardi; risqué; hardiment; avec audace-
audacieusement bijvoeglijk naamwoord
-
audacieux bijvoeglijk naamwoord
-
t bijvoeglijk naamwoord
-
téméraire bijvoeglijk naamwoord
-
osé bijvoeglijk naamwoord
-
hardi bijvoeglijk naamwoord
-
risqué bijvoeglijk naamwoord
-
hardiment bijvoeglijk naamwoord
-
avec audace bijvoeglijk naamwoord
-
-
waghalsig (leichtsinnig)
ayant le vertige; ayant la tête tournante-
ayant le vertige bijvoeglijk naamwoord
-
ayant la tête tournante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor waghalsig:
Synoniemen voor "waghalsig":
Wiktionary: waghalsig
waghalsig
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waghalsig | → irresponsable; insouciant | ↔ reckless — careless or heedless; headstrong or rash |
Computer vertaling door derden: