Verschaffen in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

verschaffen:
- fournir; mettre à la disposition; procurer; servir; distribuer; diviser; partager; répartir; remettre; allouer; verser; se procurer
Wiktionary:
- verschaffen → procurer
- verschaffen → fournir

Duits

Uitgebreide vertaling voor verschaffen (Duits) in het Frans

verschaffen:

verschaffen werkwoord (verschaffe, verschaffst, verschafft, verschaffte, verschafftet, verschafft)

verschaffen (zur Verfügung stellen; schaffen; bereitstellen; geben)
fournir; mettre à la disposition
- fournir werkwoord (fournis, fournit, fournissons, fournissez, fournissent, fournissais, fournissait, fournissions, fournissiez, fournissaient, fournîmes, fournîtes, fournirent, fournirai, fourniras, fournira, fournirons, fournirez, fourniront)
- mettre à la disposition werkwoord
verschaffen (ausgeben)
procurer; servir; distribuer
- procurer werkwoord (procure, procures, procurons, procurez, procurent, procurais, procurait, procurions, procuriez, procuraient, procurai, procuras, procura, procurâmes, procurâtes, procurèrent, procurerai, procureras, procurera, procurerons, procurerez, procureront)
- servir werkwoord (sers, sert, servons, servez, servent, servais, servait, servions, serviez, servaient, servis, servit, servîmes, servîtes, servirent, servirai, serviras, servira, servirons, servirez, serviront)
- distribuer werkwoord (distribue, distribues, distribuons, distribuez, distribuent, distribuais, distribuait, distribuions, distribuiez, distribuaient, distribuai, distribuas, distribua, distribuâmes, distribuâtes, distribuèrent, distribuerai, distribueras, distribuera, distribuerons, distribuerez, distribueront)
verschaffen (distribuieren; verteilen; überreichen; vermitteln; ausgeben; aushändigen; holen; ausstellen; verabreichen; austeilen; besorgen; ausschütten; schaffen; geben; liefern; gewähren; bereitstellen; herbeibringen; einbringen; herbeischaffen)
diviser; partager; distribuer; répartir; fournir; remettre; procurer; allouer; verser; servir
- diviser werkwoord (divise, divises, divisons, divisez, divisent, divisais, divisait, divisions, divisiez, divisaient, divisai, divisas, divisa, divisâmes, divisâtes, divisèrent, diviserai, diviseras, divisera, diviserons, diviserez, diviseront)
- partager werkwoord (partage, partages, partageons, partagez, partagent, partageais, partageait, partagions, partagiez, partageaient, partageai, partageas, partagea, partageâmes, partageâtes, partagèrent, partagerai, partageras, partagera, partagerons, partagerez, partageront)
- distribuer werkwoord (distribue, distribues, distribuons, distribuez, distribuent, distribuais, distribuait, distribuions, distribuiez, distribuaient, distribuai, distribuas, distribua, distribuâmes, distribuâtes, distribuèrent, distribuerai, distribueras, distribuera, distribuerons, distribuerez, distribueront)
- répartir werkwoord (répartis, répartit, répartissons, répartissez, répartissent, répartissais, répartissait, répartissions, répartissiez, répartissaient, répartîmes, répartîtes, répartirent, répartirai, répartiras, répartira, répartirons, répartirez, répartiront)
- fournir werkwoord (fournis, fournit, fournissons, fournissez, fournissent, fournissais, fournissait, fournissions, fournissiez, fournissaient, fournîmes, fournîtes, fournirent, fournirai, fourniras, fournira, fournirons, fournirez, fourniront)
- remettre werkwoord (remets, remet, remettons, remettez, remettent, remettais, remettait, remettions, remettiez, remettaient, remis, remit, remîmes, remîtes, remirent, remettrai, remettras, remettra, remettrons, remettrez, remettront)
- procurer werkwoord (procure, procures, procurons, procurez, procurent, procurais, procurait, procurions, procuriez, procuraient, procurai, procuras, procura, procurâmes, procurâtes, procurèrent, procurerai, procureras, procurera, procurerons, procurerez, procureront)
- allouer werkwoord (alloue, alloues, allouons, allouez, allouent, allouais, allouait, allouions, allouiez, allouaient, allouai, allouas, alloua, allouâmes, allouâtes, allouèrent, allouerai, alloueras, allouera, allouerons, allouerez, alloueront)
- verser werkwoord (verse, verses, versons, versez, versent, versais, versait, versions, versiez, versaient, versai, versas, versa, versâmes, versâtes, versèrent, verserai, verseras, versera, verserons, verserez, verseront)
- servir werkwoord (sers, sert, servons, servez, servent, servais, servait, servions, serviez, servaient, servis, servit, servîmes, servîtes, servirent, servirai, serviras, servira, servirons, servirez, serviront)
verschaffen (bereitstellen; vermitteln; Übergeben)
mettre à la disposition
- mettre à la disposition werkwoord
verschaffen (besorgen)
se procurer; fournir
- se procurer werkwoord
- fournir werkwoord (fournis, fournit, fournissons, fournissez, fournissent, fournissais, fournissait, fournissions, fournissiez, fournissaient, fournîmes, fournîtes, fournirent, fournirai, fourniras, fournira, fournirons, fournirez, fourniront)

Conjugations for verschaffen:

Präsens

verschaffe
verschaffst
verschafft
verschaffen
verschafft
verschaffen

Imperfekt

verschaffte
verschafftest
verschaffte
verschafften
verschafftet
verschafften

Perfekt

habe verschafft
hast verschafft
hat verschafft
haben verschafft
habt verschafft
haben verschafft

1. Konjunktiv [1]

verschaffe
verschaffest
verschaffe
verschaffen
verschaffet
verschaffen

2. Konjunktiv

verschaffte
verschafftest
verschaffte
verschafften
verschafftet
verschafften

Futur 1

werde verschaffen
wirst verschaffen
wird verschaffen
werden verschaffen
werdet verschaffen
werden verschaffen

1. Konjunktiv [2]

würde verschaffen
würdest verschaffen
würde verschaffen
würden verschaffen
würdet verschaffen
würden verschaffen

Diverses

verschaff!
verschafft!
verschaffen Sie!
verschafft
verschaffend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verschaffen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allouer	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	ausgeben; ausschütten; belegen; zuordnen
distribuer	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	ausgeben; ausschütten; austragen; besorgen; bewilligen; bringen; distribuieren; erlauben; geben; genehmigen; gewähren; gutheißen; gönnen; hergeben; herreichen; herumreichen; herumschicken; ins Haus liefern; ins Haus schicken; liefern; reichen; rundbringen; senden; teilen; verbreiten; vergönnen; verteilen; zuerkennen; zustellen; zuteilen
diviser	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	aufgliedern; aufteilen; distribuieren; dividieren; durchschneiden; gliedern; herumreichen; scheiden; teilen; trennen; verbreiten; verteilen; zuteilen
fournir	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; zur Verfügung stellen; überreichen	abgeben; abliefern; abschicken; anrichten; auftischen; auftragen; ausliefern; austragen; bedienen; besorgen; bestellen; bewilligen; bringen; dienen; einzahlen; erlauben; geben; genehmigen; gewähren; gutheißen; gönnen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; ins Haus schicken; liefern; reichen; rundbringen; senden; servieren; vergönnen; verschicken; zuerkennen; zustellen
mettre à la disposition	bereitstellen; geben; schaffen; vermitteln; verschaffen; zur Verfügung stellen; Übergeben	bereiten; bereitstellen; vorbereiten
partager	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	distribuieren; freigeben; herumreichen; teilen; verbreiten; versenden; verteilen; zuteilen
procurer	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	abgeben; abliefern; ausliefern; austragen; besorgen; bestellen; bewilligen; erlauben; geben; genehmigen; gewähren; gutheißen; gönnen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; vergönnen; zuerkennen; zustellen
remettre	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	abgeben; abschicken; abtragen; anfüllen; auftanken; austragen; auswechseln; beifüllen; besorgen; darreichen; einfallen; einliefern; einreichen; einsenden; einspringen; erneuern; erneutaufstellen; erneutunterbringen; ersetzen; ersetzt; erstatten; hergeben; herreichen; herumgeben; herumreichen; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; innovieren; ins Haus liefern; liefern; nachfüllen; nachschütten; nachtanken; reichen; rückerstatten; senden; stellvertreten; tilgen; verschicken; vertagen; vertreten; weitergeben; wiedergeben; wiederwählen; zurückbringen; zurückerstatten; zurückgeben; zurücklegen; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zurücksetzen; zurückversetzen; zurückzahlen; zustellen; zürückschicken; überliefern; überreichen
répartir	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	abfertigen; aufgliedern; aufteilen; disponieren; distribuieren; dividieren; gliedern; herumreichen; scheiden; teilen; trennen; verbreiten; versenden; verteilen; zuteilen
se procurer	besorgen; verschaffen	ankaufen; aufkaufen; bekommen; einkaufen; erstehen; erwerben; holen; kaufen
servir	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	Essen auf den Teller geben; Knöpfe bedienen; agieren; anrichten; auffüllen; auftischen; auftragen; auftreten; bedienen; beistehen; beitragen; dienen; einspringen; fungieren; gutes tun; helfen; mildtätig sein; mithelfen; nutzen; nützen; sekundieren; servieren; stützen; vorsetzen; zu Diensten sein
verser	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	auf das Konto überweisen; auf den...giessen; ausgeben; ausgießen; ausleeren; ausschenken; ausschütten; ausstellen; austeilen; austrinken; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; deponieren; donieren; einreichen; einschenken; eintragenlassen; entleeren; erweisen; geben; gießen; herüberschicken; hineingießen; hinterlegen; jemandem etwas verabreichen; kleckern; leer trinken; leeren; schenken; schütten; spenden; stiften; stürzen; umbuchen von Geld; umfüllen; umgießen; umschütten; verabreichen; verehren; vergeuden; vergießen; verschenken; verschwenden; vertun; weggeben; übergießen; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen

Synoniemen voor "verschaffen":

beliefern; besorgen; versorgen

Wiktionary: verschaffen

verschaffen

verb

sich etwas besorgen; dafür sorgen, dass jemand etwas bekommt
- verschaffen → procurer

verschaffen

verb

faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.
- procurer → vermitteln; hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten; anschaffen; beschaffen; besorgen; verschaffen

Cross Translation:

From	To	Via
• verschaffen	→ fournir	↔ verschaffen — benodigdheden beschikbaar maken

Verwante vertalingen van verschaffen

Remove Ads

Vertaal verschaffen van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor verschaffen (Duits) in het Frans

verschaffen:

verschaffen werkwoord (verschaffe, verschaffst, verschafft, verschaffte, verschafftet, verschafft)

verschaffen (zur Verfügung stellen; schaffen; bereitstellen; geben)

verschaffen (ausgeben)

verschaffen (distribuieren; verteilen; überreichen; vermitteln; ausgeben; aushändigen; holen; ausstellen; verabreichen; austeilen; besorgen; ausschütten; schaffen; geben; liefern; gewähren; bereitstellen; herbeibringen; einbringen; herbeischaffen)

verschaffen (bereitstellen; vermitteln; Übergeben)

verschaffen (besorgen)

Conjugations for verschaffen:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor verschaffen:

Synoniemen voor "verschaffen":

Wiktionary: verschaffen

Verwante vertalingen van verschaffen