Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. taub:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor taub (Duits) in het Frans

taub:

taub bijvoeglijk naamwoord

  1. taub (gehörlos; hörbehindert)
    sourd; dur d'oreille

Vertaal Matrix voor taub:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sourd Taube
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dur d'oreille gehörlos; hörbehindert; taub hörbehindert; schwerhörig
sourd gehörlos; hörbehindert; taub geräuschlos; hörbehindert; klanglos; lautlos; schwerhörig; tonlos

Synoniemen voor "taub":


Wiktionary: taub

taub
adjective
  1. absolut gehörlos, nicht hörend
  2. eine Identität als taube Person habend, der Taubseinskultur zugehörig
  3. empfindungslos, gefühllos, betäubt
taub
adjective
  1. Dépourvu de mobilité et de sensibilité
  2. Qui est privé du sens de l’ouïe
noun
  1. populaire|fr Complètement sourd, dur de la feuille.

Cross Translation:
FromToVia
taub sourd deaf — unable to hear
taub engourdi; gourd numb — without the power of sensation
taub sourd doof — niet of minder goed tot horen in staat zijn