Stimmen in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

stimmen:
- correspondre; coïncider; concorder; voter; être correct; convenir; consentir; s'accorder; s'entendre sur
Wiktionary:
- stimmen → accorder, disposer, régler, voter, élire
- stimmen → diposer, accorder, être juste, concorder, voter

Duits

Uitgebreide vertaling voor stimmen (Duits) in het Frans

stimmen:

stimmen werkwoord (stimme, stimmst, stimmt, stimmte, stimmtet, gestimmt)

stimmen (gleichen; übereinstimmen; decken)
correspondre; coïncider; concorder
- correspondre werkwoord (corresponds, correspond, correspondons, correspondez, correspondent, correspondais, correspondait, correspondions, correspondiez, correspondaient, correspondis, correspondit, correspondîmes, correspondîtes, correspondirent, correspondrai, correspondras, correspondra, correspondrons, correspondrez, correspondront)
- coïncider werkwoord (coïncide, coïncides, coïncidons, coïncidez, coïncident, coïncidais, coïncidait, coïncidions, coïncidiez, coïncidaient, coïncidai, coïncidas, coïncida, coïncidâmes, coïncidâtes, coïncidèrent, coïnciderai, coïncideras, coïncidera, coïnciderons, coïnciderez, coïncideront)
- concorder werkwoord (concorde, concordes, concordons, concordez, concordent, concordais, concordait, concordions, concordiez, concordaient, concordai, concordas, concorda, concordâmes, concordâtes, concordèrent, concorderai, concorderas, concordera, concorderons, concorderez, concorderont)
stimmen (wählen; abstimmen)
voter
- voter werkwoord (vote, votes, votons, votez, votent, votais, votait, votions, votiez, votaient, votai, votas, vota, votâmes, votâtes, votèrent, voterai, voteras, votera, voterons, voterez, voteront)
stimmen (richtig sein; passen; übereinstimmen; aufgehen; hinkommen)
être correct
- être correct werkwoord
stimmen (übereinstimmen mit; vereinbaren; zusammenstimmen; gleichen; gleichkommen)
convenir; concorder; consentir; s'accorder; s'entendre sur
- convenir werkwoord (conviens, convient, convenons, convenez, conviennent, convenais, convenait, convenions, conveniez, convenaient, convins, convint, convînmes, convîntes, convinrent, conviendrai, conviendras, conviendra, conviendrons, conviendrez, conviendront)
- concorder werkwoord (concorde, concordes, concordons, concordez, concordent, concordais, concordait, concordions, concordiez, concordaient, concordai, concordas, concorda, concordâmes, concordâtes, concordèrent, concorderai, concorderas, concordera, concorderons, concorderez, concorderont)
- consentir werkwoord (consens, consent, consentons, consentez, consentent, consentais, consentait, consentions, consentiez, consentaient, consentis, consentit, consentîmes, consentîtes, consentirent, consentirai, consentiras, consentira, consentirons, consentirez, consentiront)
- s'accorder werkwoord
- s'entendre sur werkwoord

Conjugations for stimmen:

Präsens

stimme
stimmst
stimmt
stimmen
stimmt
stimmen

Imperfekt

stimmte
stimmtest
stimmte
stimmten
stimmtet
stimmten

Perfekt

habe gestimmt
hast gestimmt
hat gestimmt
haben gestimmt
habt gestimmt
haben gestimmt

1. Konjunktiv [1]

stimme
stimmest
stimme
stimmen
stimmet
stimmen

2. Konjunktiv

stimmte
stimmtest
stimmte
stimmten
stimmtet
stimmten

Futur 1

werde stimmen
wirst stimmen
wird stimmen
werden stimmen
werdet stimmen
werden stimmen

1. Konjunktiv [2]

würde stimmen
würdest stimmen
würde stimmen
würden stimmen
würdet stimmen
würden stimmen

Diverses

stimm!
stimmt!
stimmen Sie!
gestimmt
stimmend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor stimmen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
concorder	decken; gleichen; gleichkommen; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen; übereinstimmen mit	Hand in Hand gehen; entsprechen; gleichen; korrespondieren; sich verbinden; sich verknüpfen; zusammenfallen; zusammengehen; zusammentreffen; übereinstimmen
consentir	gleichen; gleichkommen; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit	ausstellen; austeilen; autorisieren; beifallen; beipflichten; beistimmen; bejahen; bekräftigen; bewilligen; dulden; eingestehen; einlenken; einräumen; einsehen; einstimmen; einverstanden sein mit; einweisen; einwilligen; einwilligen mit; entgegenkommen; erlauben; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gutheißen; gönnen; lassen; nachgeben; recht geben; sich mühe geben; zuerkennen; zugeben; zugestehen; zulassen; zustimmen; zustimmen in; zuteilen; zuweisen; überreichen
convenir	gleichen; gleichkommen; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit	abmachen; anprobieren; ausmachen; gebräuchlich sein; gefallen; gehören; gelegen kommen; geschikt sein; geziemen; hingehören; konvenieren; ordnen; organisieren; passen; regeln; regulieren; rundkommen; schicken; schmecken; steuern; taugen; vereinbaren; zugehören
correspondre	decken; gleichen; stimmen; übereinstimmen	anschließen; beifügen
coïncider	decken; gleichen; stimmen; übereinstimmen	überlappen
s'accorder	gleichen; gleichkommen; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit	Sich einig werden; abmachen; ausmachen; eine harmonische Einheit bilden; einwilligen; vereinbaren; übereinstimmen
s'entendre sur	gleichen; gleichkommen; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit	Sich einig werden; abmachen; akkordieren; ausmachen; einwilligen; vereinbaren; übereinkommen; übereinstimmen
voter	abstimmen; stimmen; wählen
être correct	aufgehen; hinkommen; passen; richtig sein; stimmen; übereinstimmen

Synoniemen voor "stimmen":

abstimmen; entscheiden; voten; votieren; wählen
aussprechen; plädieren
der Fall sein; so sein; wahr sein; zutreffen

Wiktionary: stimmen

stimmen

verb

mettre d’accord.
- accorder → in Einklang bringen; in Übereinstimmung bringen; stimmen; einstellen
arranger, mettre dans l’ordre le plus convenable.
- disposer → stimmen; einstellen; disponieren; verfügen; walten; zu seiner Verfügung haben; anordnen; bestimmen; planen; arrangieren; einrichten; ordnen; veranstalten; in Ordnung bringen; zurechtmachen; herrichten; organisieren; vorbereiten; machen; bearbeiten; ausrichten; abwickeln; erledigen; übereinkommen
tirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé.
- régler → stimmen; einstellen; berichtigen; führen; leiten; lenken
Exprimer son choix, sa préférence lors d’une votation.
- voter → wählen; stimmen; auswählen
Adopter par un vote.
- voter → stimmen; abstimmen
Choisir entre plusieurs personnes ou plusieurs choses. (Sens général).
- élire → wählen; stimmen; abstimmen; Stimme

Cross Translation:

From	To	Via
• stimmen	→ diposer	↔ stemmen — iemand een bepaald gevoel geven
• stimmen	→ accorder	↔ stemmen — een instrument op de juiste toonhoogte brengen
• stimmen	→ être juste; concorder	↔ kloppen — in overeenstemming zijn
• stimmen	→ voter	↔ vote — assert a formalised choice

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal stimmen van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor stimmen (Duits) in het Frans

stimmen:

stimmen werkwoord (stimme, stimmst, stimmt, stimmte, stimmtet, gestimmt)

stimmen (gleichen; übereinstimmen; decken)

stimmen (wählen; abstimmen)

stimmen (richtig sein; passen; übereinstimmen; aufgehen; hinkommen)

stimmen (übereinstimmen mit; vereinbaren; zusammenstimmen; gleichen; gleichkommen)

Conjugations for stimmen:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor stimmen:

Synoniemen voor "stimmen":

Wiktionary: stimmen