Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal simulieren

Vertaal simulieren van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

simulieren:
- feindre; prétendre; simuler; prétexter; faire semblant; faire l'hypocrite

Duits

Uitgebreide vertaling voor simulieren (Duits) in het Frans

simulieren:

simulieren werkwoord (simuliere, simulierst, simuliert, simulierte, simuliertet, simuliert)

simulieren (erdichten; vortäuschen; sichverstellen; erfinden; vorgeben; spielen; vormachen; heucheln; vortun)
feindre; prétendre; simuler; prétexter; faire semblant; faire l'hypocrite
- feindre werkwoord (feins, feint, feignons, feignez, feignent, feignais, feignait, feignions, feigniez, feignaient, feignis, feignit, feignîmes, feignîtes, feignirent, feindrai, feindras, feindra, feindrons, feindrez, feindront)
- prétendre werkwoord (prétends, prétend, prétendons, prétendez, prétendent, prétendais, prétendait, prétendions, prétendiez, prétendaient, prétendis, prétendit, prétendîmes, prétendîtes, prétendirent, prétendrai, prétendras, prétendra, prétendrons, prétendrez, prétendront)
- simuler werkwoord (simule, simules, simulons, simulez, simulent, simulais, simulait, simulions, simuliez, simulaient, simulai, simulas, simula, simulâmes, simulâtes, simulèrent, simulerai, simuleras, simulera, simulerons, simulerez, simuleront)
- prétexter werkwoord (prétexte, prétextes, prétextons, prétextez, prétextent, prétextais, prétextait, prétextions, prétextiez, prétextaient, prétextai, prétextas, prétexta, prétextâmes, prétextâtes, prétextèrent, prétexterai, prétexteras, prétextera, prétexterons, prétexterez, prétexteront)
- faire semblant werkwoord
- faire l'hypocrite werkwoord

Conjugations for simulieren:

Präsens

simuliere
simulierst
simuliert
simulieren
simuliert
simulieren

Imperfekt

simulierte
simuliertest
simulierte
simulierten
simuliertet
simulierten

Perfekt

habe simuliert
hast simuliert
hat simuliert
haben simuliert
habt simuliert
haben simuliert

1. Konjunktiv [1]

simuliere
simulierest
simuliere
simulieren
simulieret
simulieren

2. Konjunktiv

simulierte
simuliertest
simulierte
simulierten
simuliertet
simulierten

Futur 1

werde simulieren
wirst simulieren
wird simulieren
werden simulieren
werdet simulieren
werden simulieren

1. Konjunktiv [2]

würde simulieren
würdest simulieren
würde simulieren
würden simulieren
würdet simulieren
würden simulieren

Diverses

simulier!
simuliert!
simulieren Sie!
simuliert
simulierend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor simulieren:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
faire l'hypocrite	erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen	heuchelen
faire semblant	erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen	behaupten; heucheln; prätendieren; so tun als ob
feindre	erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen	behaupten; darstellen; dramatisieren; heucheln; jemand begunstigen; prätendieren; schauspielen; so tun als ob; spielen; tun als ob; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen
prétendre	erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen	behaupten; heucheln; jemand begunstigen; prätendieren; so tun als ob; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen
prétexter	erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen	behaupten; heucheln; jemand begunstigen; prätendieren; so tun als ob; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen
simuler	erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen	behaupten; darstellen; dramatisieren; heucheln; prätendieren; schauspielen; so tun als ob; spielen; tun als ob

Synoniemen voor "simulieren":

so tun als ob; vortäuschen