Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
scheußlich:
- dégoûtant; pourri; dégueulasse; crasseux; répugnant; salement; écoeurant; malpropre; épouvantable; horrible; terriblement; terrible; pitoyablement; terrifiant; pitoyable; misérablement; répulsif; repoussant; diable!; satané; bougrement; sacré; vilain; maudit; effrayant; pardi; diablement; effroyablement; énorme; scandaleux; exécrable; honteusement; scandaleusement; monstrueux; affreux; atrocement; hideusement; atroce; hideux; affreusement; ignoble; bas; basse; bassement; inouï; déplorable; déshonorant; criant; affligeant; consternant; révoltant; attristant; abominable; détestable; horriblement; détestablement; inhumain; féroce; barbare; rude; cruel; brutal; durement; cruelle; impitoyable; sans pitié; dur; brutalement; rêche; cruellement; férocement; inhumainement
-
Wiktionary:
- scheußlich → abject, abominable, détestable, hideux, odieux, piètre, repoussant, répugnant
- scheußlich → hideux, mauvais, abominable
Duits
Uitgebreide vertaling voor scheußlich (Duits) in het Frans
scheußlich:
-
scheußlich (widerlich; ranzig; schmutzig; eklig; faul; ekelhaft; stinkig; schmierig; widerwärtig; abgestanden; unflätig; verdorben; abscheulich; schweinisch; vergammelt; abscheuerregend; fettig; ekelerregend; stinkend; schmuddelig; unsauber; verfault; verderbt)
-
scheußlich (schreckenerregend; schrecklich; arg; fürchterlich; gräßlich; furchtbar; schreckhaft; grausam; grausig; schändlich; schauderhaft; grauenerregend; schaudererregend)
épouvantable; horrible; terriblement; terrible; pitoyablement; terrifiant; pitoyable; misérablement-
épouvantable bijvoeglijk naamwoord
-
horrible bijvoeglijk naamwoord
-
terriblement bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
pitoyablement bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
pitoyable bijvoeglijk naamwoord
-
misérablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (abstoßend; häßlich; schrecklich; ekelerregend; abscheuerregend; ekelhaft; gräßlich; grauenerregend; widerlich; grausig; abscheulich; widerwärtig)
dégoûtant; répugnant; répulsif; repoussant; écoeurant-
dégoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
répulsif bijvoeglijk naamwoord
-
repoussant bijvoeglijk naamwoord
-
écoeurant bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (verteufelt; furchtbar; entsetzlich; schrecklich; gewaltig; fürchterlich; tierisch; gräßlich; grausig; teuflisch; mörderisch; schauderhaft; schändlich; grauenerregend; jammervoll; schrecken erregend)
diable!; satané; bougrement; sacré; vilain; maudit; effrayant; terriblement; pardi; diablement; effroyablement-
diable! bijvoeglijk naamwoord
-
satané bijvoeglijk naamwoord
-
bougrement bijvoeglijk naamwoord
-
sacré bijvoeglijk naamwoord
-
vilain bijvoeglijk naamwoord
-
maudit bijvoeglijk naamwoord
-
effrayant bijvoeglijk naamwoord
-
terriblement bijvoeglijk naamwoord
-
pardi bijvoeglijk naamwoord
-
diablement bijvoeglijk naamwoord
-
effroyablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (entsetzlich; schrecklich; furchtbar; fürchterlich; gräßlich; füchterlich)
-
scheußlich (unerhört; schändlich; skandalös; ungehört; gottverdammt; empörend; furchtbar; entsetzlich; unverschämt; gräßlich; abscheulich; schmählich; fürchterlich; himmelschreiend; grauenerregend)
scandaleux; exécrable; honteusement; scandaleusement-
scandaleux bijvoeglijk naamwoord
-
exécrable bijvoeglijk naamwoord
-
honteusement bijvoeglijk naamwoord
-
scandaleusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (ekelhaft; schrecklich; grauenerregend; entsetzlich; graus; furchtbar; gewaltig; fürchterlich; gräßlich; schaurig; abscheulich; schauervoll)
terrible; monstrueux; affreux; répugnant; atrocement; hideusement; atroce; hideux; affreusement-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
monstrueux bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
atrocement bijvoeglijk naamwoord
-
hideusement bijvoeglijk naamwoord
-
atroce bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
affreusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (schuftig; schlimm; öffentlich; tief; niedrig; schwach; schmutzig; schlecht; winzig; gemein; platt; seicht; schäbig; verrucht; tückisch; schweinisch; obszön; trivial; verbrecherisch; schlüpfrig; schelmisch; niederträchtig; schofel; schwächlich; schamlos; schmählich; schändlich; unedel; schurkisch; nicht adlig)
-
scheußlich (schrecklich; entsetzlich; unerhört; schlimm; furchtbar; fürchterlich; grausig; grauenerregend)
effroyablement; affreux; terriblement; inouï; déplorable; terrifiant; épouvantable; déshonorant; effrayant; criant; affligeant; consternant; révoltant; attristant-
effroyablement bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
terriblement bijvoeglijk naamwoord
-
inouï bijvoeglijk naamwoord
-
déplorable bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
épouvantable bijvoeglijk naamwoord
-
déshonorant bijvoeglijk naamwoord
-
effrayant bijvoeglijk naamwoord
-
criant bijvoeglijk naamwoord
-
affligeant bijvoeglijk naamwoord
-
consternant bijvoeglijk naamwoord
-
révoltant bijvoeglijk naamwoord
-
attristant bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (abscheuerregend; abscheulich; häßlich; widerlich; gräßlich; grundhäßlich)
monstrueux; hideusement; affreux; horrible; abominable; répugnant; exécrable; hideux; détestable; horriblement; détestablement-
monstrueux bijvoeglijk naamwoord
-
hideusement bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
horrible bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
exécrable bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
détestable bijvoeglijk naamwoord
-
horriblement bijvoeglijk naamwoord
-
détestablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
scheußlich (unmenschlich; furchtbar; roh; grausam; herzlos; hart; scharf; grob; wild; brutal; fürchterlich; entsetzlich; bestialisch; barbarisch; schauervoll; schrecklich; gewaltig; gräßlich; schaurig; grausig; abscheulich; grauenerregend; abscheuerregend)
inhumain; féroce; barbare; épouvantable; rude; cruel; répugnant; brutal; durement; cruelle; affreusement; affreux; impitoyable; monstrueux; sans pitié; atroce; terrible; dur; abominable; terrifiant; hideux; brutalement; rêche; atrocement; cruellement; férocement; hideusement; inhumainement-
inhumain bijvoeglijk naamwoord
-
féroce bijvoeglijk naamwoord
-
barbare bijvoeglijk naamwoord
-
épouvantable bijvoeglijk naamwoord
-
rude bijvoeglijk naamwoord
-
cruel bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
durement bijvoeglijk naamwoord
-
cruelle bijvoeglijk naamwoord
-
affreusement bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
impitoyable bijvoeglijk naamwoord
-
monstrueux bijvoeglijk naamwoord
-
sans pitié bijvoeglijk naamwoord
-
atroce bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
dur bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
brutalement bijvoeglijk naamwoord
-
rêche bijvoeglijk naamwoord
-
atrocement bijvoeglijk naamwoord
-
cruellement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
hideusement bijvoeglijk naamwoord
-
inhumainement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor scheußlich:
Synoniemen voor "scheußlich":
Wiktionary: scheußlich
scheußlich
Cross Translation:
adjective
-
Qui est dans un état d’abjection, qui est rejeté et digne de l’être ; vil, méprisable.
-
Qui est en horreur, qui mériter d’tenir en horreur.
-
Qui devoir détester.
-
Qui est difforme à l’excès, affreux et repoussant.
-
Qui exciter la haine, l’aversion, la réprobation, l’indignation.
-
Qui est mesquin, chétif et de nulle valeur dans son genre.
- piètre → schlecht; übel; mies; scheußlich
-
Qui inspirer de l’aversion, du dégoût.
-
Qui inspirer la répugnance.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• scheußlich | → hideux | ↔ hideous — extremely ugly |
• scheußlich | → mauvais | ↔ rotten — mean |
• scheußlich | → abominable | ↔ abominabel — bijzonder slecht |