Duits
Uitgebreide vertaling voor schattieren (Duits) in het Frans
schattieren:
-
schattieren
ombrager; ombrer-
ombrager werkwoord (ombrage, ombrages, ombrageons, ombragez, ombragent, ombrageais, ombrageait, ombragions, ombragiez, ombrageaient, ombrageai, ombrageas, ombragea, ombrageâmes, ombrageâtes, ombragèrent, ombragerai, ombrageras, ombragera, ombragerons, ombragerez, ombrageront)
-
ombrer werkwoord (ombre, ombres, ombrons, ombrez, ombrent, ombrais, ombrait, ombrions, ombriez, ombraient, ombrai, ombras, ombra, ombrâmes, ombrâtes, ombrèrent, ombrerai, ombreras, ombrera, ombrerons, ombrerez, ombreront)
-
-
schattieren
prendre en filature; filer-
prendre en filature werkwoord
-
filer werkwoord (file, files, filons, filez, filent, filais, filait, filions, filiez, filaient, filai, filas, fila, filâmes, filâtes, filèrent, filerai, fileras, filera, filerons, filerez, fileront)
-
Conjugations for schattieren:
Präsens
- schattiere
- schattierst
- schattiert
- schattieren
- schattiert
- schattieren
Imperfekt
- schattierte
- schattiertest
- schattierte
- schattierten
- schattiertet
- schattierten
Perfekt
- habe schattiert
- hast schattiert
- hat schattiert
- haben schattiert
- habt schattiert
- haben schattiert
1. Konjunktiv [1]
- schattiere
- schattierest
- schattiere
- schattieren
- schattieret
- schattieren
2. Konjunktiv
- schattierte
- schattiertest
- schattierte
- schattierten
- schattiertet
- schattierten
Futur 1
- werde schattieren
- wirst schattieren
- wird schattieren
- werden schattieren
- werdet schattieren
- werden schattieren
1. Konjunktiv [2]
- würde schattieren
- würdest schattieren
- würde schattieren
- würden schattieren
- würdet schattieren
- würden schattieren
Diverses
- schattier!
- schattiert!
- schattieren Sie!
- schattiert
- schattierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor schattieren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| filer | schattieren | Laufmaschen bekommen; ausbrechen; ausreißen; ausrücken; aussteigen; davoneilen; davonlaufen; desertieren; durchbrennen; durchgehen; eilen; entfahren; entfallen; entfliehen; entkommen; entrinnen; entschlüpfen; entweichen; entwischen; fliehen; flüchten; fortlaufen; fortrennen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnell laufen; schnelllaufen; schuften; sehr früh abhouwen; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; surren; traben; von zu Hause ausreißen; weglaufen; wegrennen; wettlaufen; wetzen |
| ombrager | schattieren | |
| ombrer | schattieren | |
| prendre en filature | schattieren |
Computer vertaling door derden: