Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
reichlich:
- étendu; considérable; volumineux; ample; vaste; grand; large; largement; amplement; énorme; grandement; abondant; abondamment; copieux; copieuse; surabondant; copieusement; sans parti pris; impartial; sans préjugé; élaboré; approfondi; de façon détaillée; de façon prolixe; étendue; spacieux; diffus; détaillé; en détail; extensif; circonstancié; verbeux; verbeuse; verbeusement; dans le détail
-
Wiktionary:
- reichlich → abondant, profus, ample, copieux, large, plantureux
- reichlich → abondamment, amplement, copieusement, largement, abondant, copieux
Duits
Uitgebreide vertaling voor reichlich (Duits) in het Frans
reichlich:
-
reichlich (geräumig; groß; großzügig; weitläufig; in reichem Maße)
étendu; considérable; volumineux; ample; vaste; grand; large; largement; amplement; énorme; grandement-
étendu bijvoeglijk naamwoord
-
considérable bijvoeglijk naamwoord
-
volumineux bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
grand bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
largement bijvoeglijk naamwoord
-
amplement bijvoeglijk naamwoord
-
énorme bijvoeglijk naamwoord
-
grandement bijvoeglijk naamwoord
-
-
reichlich (in reichem Maße; reich)
ample; abondant; considérable; abondamment; étendu; copieux; copieuse; vaste; énorme; amplement; surabondant; volumineux; copieusement; large; largement; grandement; grand-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
abondant bijvoeglijk naamwoord
-
considérable bijvoeglijk naamwoord
-
abondamment bijvoeglijk naamwoord
-
étendu bijvoeglijk naamwoord
-
copieux bijvoeglijk naamwoord
-
copieuse bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
énorme bijvoeglijk naamwoord
-
amplement bijvoeglijk naamwoord
-
surabondant bijvoeglijk naamwoord
-
volumineux bijvoeglijk naamwoord
-
copieusement bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
largement bijvoeglijk naamwoord
-
grandement bijvoeglijk naamwoord
-
grand bijvoeglijk naamwoord
-
-
reichlich (freigiebig; mild)
sans parti pris; impartial; sans préjugé-
sans parti pris bijvoeglijk naamwoord
-
impartial bijvoeglijk naamwoord
-
sans préjugé bijvoeglijk naamwoord
-
-
reichlich (opulent; üppig)
-
reichlich (detailliert; ausgearbeitet; ausführlich; umfangreich; groß; weit; aufwendig; dick; ausgedehnt; langstielig; weitgehend; großzügig; umständlich; eingehend; weitschweifig; vielumfassend; hell; stark; breit; geräumig; weitläufig; schwerfällig; gedehnt; behäbig; extensiv; haarklein)
élaboré; approfondi; étendu; de façon détaillée; de façon prolixe; large; grand; étendue; largement; spacieux; diffus; détaillé; en détail; vaste; ample; amplement; extensif; circonstancié; verbeux; verbeuse; verbeusement; dans le détail-
élaboré bijvoeglijk naamwoord
-
approfondi bijvoeglijk naamwoord
-
étendu bijvoeglijk naamwoord
-
de façon détaillée bijvoeglijk naamwoord
-
de façon prolixe bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
grand bijvoeglijk naamwoord
-
étendue bijvoeglijk naamwoord
-
largement bijvoeglijk naamwoord
-
spacieux bijvoeglijk naamwoord
-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
détaillé bijvoeglijk naamwoord
-
en détail bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
amplement bijvoeglijk naamwoord
-
extensif bijvoeglijk naamwoord
-
circonstancié bijvoeglijk naamwoord
-
verbeux bijvoeglijk naamwoord
-
verbeuse bijvoeglijk naamwoord
-
verbeusement bijvoeglijk naamwoord
-
dans le détail bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor reichlich:
Synoniemen voor "reichlich":
Wiktionary: reichlich
reichlich
reichlich
Cross Translation:
-
-
-
Qui abonder, qui dépasse nettement en quantité ce qui est suffisant.
-
Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
-
Qui est abondant, qui est nombreux et disponible.
-
Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
-
Qui est large, copieux, abondant, profus.
-
didactique|fr Qui a tendance à se répandre, en parlant d'un fluide.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• reichlich | → abondant | ↔ abundant — fully sufficient; plentiful |
• reichlich | → abondamment | ↔ abundantly — in an abundant manner |
• reichlich | → abondant | ↔ affluent — abundant |
• reichlich | → amplement | ↔ amply — in an ample manner |
• reichlich | → copieux; abondant | ↔ rijkelijk — overvloedig, niet nauw rekenend |
• reichlich | → abondant | ↔ overvloedig — in ruime hoeveelheid aanwezig |
• reichlich | → copieux | ↔ copieus — rijkelijk, overvloedig |
Computer vertaling door derden: