Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. raus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor raus (Duits) in het Frans

raus:

raus bijvoeglijk naamwoord

  1. raus
    dehors
    • dehors bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor raus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dehors Ansicht; Aussehen; Außenseite; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dehors raus auswärts; außer Hause; draußen; im Freien; in der Natur

Wiktionary: raus

raus
adverb
  1. schnell gesprochenes, in flüssiger Rede und umgangssprachlich und in vielen Dialekten auftauchendes heraus oder hinaus

Cross Translation:
FromToVia
raus sortir carry out — To hold while moving something out.