Duits
Uitgebreide vertaling voor rastlos (Duits) in het Frans
rastlos:
-
rastlos (unermüdlich; bewandert; eifrig; emsig)
assidu; infatigable; bûcheur; avec zèle; laborieux; zélé; avec application-
assidu bijvoeglijk naamwoord
-
infatigable bijvoeglijk naamwoord
-
bûcheur bijvoeglijk naamwoord
-
avec zèle bijvoeglijk naamwoord
-
laborieux bijvoeglijk naamwoord
-
zélé bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
-
rastlos (ruhelos; unruhig)
toujours en mouvement; sans relâche; sans repos; sans arrêt-
toujours en mouvement bijvoeglijk naamwoord
-
sans relâche bijvoeglijk naamwoord
-
sans repos bijvoeglijk naamwoord
-
sans arrêt bijvoeglijk naamwoord
-
-
rastlos (ruhelos; rührig; steif; unruhig; unbeständig; zappelig; flatterhaft)
Vertaal Matrix voor rastlos:
Synoniemen voor "rastlos":
Computer vertaling door derden: