Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal morsch

Vertaal morsch van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

morsch:
- putrescent; moisi; pourrissant; spongieux; mou
Wiktionary:
- morsch → délabré, pourri, caduc
- morsch → fragile

Duits

Uitgebreide vertaling voor morsch (Duits) in het Frans

morsch:

morsch bijvoeglijk naamwoord

morsch (vergammelnd; verfaulend; faulend; verrottend)
putrescent; moisi; pourrissant
- putrescent bijvoeglijk naamwoord
- moisi bijvoeglijk naamwoord
- pourrissant bijvoeglijk naamwoord
morsch (mürbe; faul)
spongieux; mou
- spongieux bijvoeglijk naamwoord
- mou bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor morsch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
moisi		Abstieg; Ackerkrume; Ausschlag; Endergebnis; Erfolg; Ergebnis; Flechte; Fäule; Grieben; Juckflechte; Meltau; Mull; Mulm; Müll; Pflanzenerde; Resultat; Rückgang; Schimmel; Schimmelpilze; Torfmull; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung; Zielscheibe
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
moisi	faulend; morsch; verfaulend; vergammelnd; verrottend	faul; ranzig; schimmelig; schlecht; stinkend; stinkig; verdorben; verfault; vergammelt; verrotet; verschimmelt
mou	faul; morsch; mürbe	allerliebst; beschwitzt; einmalig; einzig; einzigartig; elend; feucht; flaumig; flockenartig; flockig; freudlos; goldig; lahm; lieb; lustlos; matt; mürbe; nett; niedlich; reizend; riechend nach Schweiss; schal; schlaff; schlapp; schwach; schwammig; schweißbedeckt; schweißig; süß; träge; verschwitzt; weich
pourrissant	faulend; morsch; verfaulend; vergammelnd; verrottend	ranzig
putrescent	faulend; morsch; verfaulend; vergammelnd; verrottend	ranzig
spongieux	faul; morsch; mürbe	schwammartig; schwammig

Synoniemen voor "morsch":

faul; faulig; modrig; verfault; verrottet

Wiktionary: morsch

morsch

adjective

übertragen: gebrechlich
- morsch → délabré; pourri; caduc
von Holz: durch Fäulnis hohl und brüchig und dem Zerfall nahe
- morsch → pourri

Cross Translation:

From	To	Via
• morsch	→ fragile	↔ brittle — able to break or snap easily under stress or pressure